Een boom is de ideale oplossing om een lege plek op te vullen of het uitzicht op een lelijk gebouw weg te werken. Bomen die in een pot groeien kun je het hele jaar door planten, behalve wanneer het heel heet en droog is en wanneer de grond bevroren is. In de herfst zijn de omstandigheden meestal het beste.
Als je er de tijd voor hebt, geef de boom dan op voorhand veel water en laat hem zo een uur staan voordat je hem plant. Graaf een gat dat tweemaal de grootte heeft van de pot en dat diep genoeg is, zodat de wortels van de boom zich op hetzelfde niveau bevinden als het oppervlak van de bodem.
Als de bodem van het gat opeengepakt zit, breek de aarde dan open met een hark, maar graaf er niet overheen. Doe hetzelfde met de zijkanten van het gat, zodat de nieuwe wortels zich makkelijker kunnen verspreiden. Neem de boot uit de pot, zet hem in het midden van het gat en controleer het niveau. Voeg nog aarde toe of verwijder wat indien nodig.
Maak een paar wortels los uit de wortelbal. Houd de boom recht en vul het gat met de uitgegraven aarde. Druk het zachtjes aan met je hiel wanneer de top bereikt.
Bind een stok van een meter aan de stam van de boom zodat ze elkaar kruisen, op 15 centimeter boven het oppervlak van de grond. Maak de boom vast met een plastieken boomband. Geef de boom veel water en verspreid een 5 cm. dikke laag mulch rond de stam. De laag mulch moet rond de stam iets lager zijn, zodat het water naar daar kan vloeien.
Geef de pas geplante bomen in het eerste jaar regelmatig water, vooral als het erg droog of winderig is. Breng in de lente een bemestingslaag aan over de wortels en hernieuw de laag mulch. Controleer de boombanden regelmatig zodat de boom kan blijven groeien. Tijdens het derde groeiseizoen zou de boom stevig verankerd moeten zijn en kan de band volledig verwijderd worden. Als je problemen hebt met konijnen of andere dieren, bescherm je boom dan met een hekje.