Een laminaatvloer plaatsen, is voor sommige mensen een ware hel. Terwijl het voor anderen een werkje van niets is. In werkelijkheid is het ook niet zo moeilijk om deze job tot een goed einde te brengen. Als je rekening houdt met volgende tips zal ook jij een expert worden in het leggen van laminaatvloeren.
Om vlot te kunnen werken, raden wij onder andere de volgende materialen aan:
• laminaat
• pullbar
• waterpas
• figuurzaag
• standaardgereedschap (hamer, meetlint…)
Als je wil beginnen met het leggen van de vloer, maak je een tekening van de kamer. Zorg ervoor dat je afmetingen correct zijn. Aan de hand van deze tekeningen kan je berekenen hoeveel planken je nodig hebt.
Vooraleer je de laminaat kan plaatsen, moet je eerst de ondervloer leggen. De ondervloer bestaat uit rollen die je eerst op de grond legt. Hierop zul je de laminaatvloer plaatsen. Meestal kan je die rollen terug vinden bij de laminaatplanken.
Laminaat werkt met een kliksysteem. Als je een plank goed bekijkt, zie je dat ze een tand en een groef bevat. Om de planken vast te klikken steek je plank per plank in elkaar. Hierdoor moet je geen lijm of ander bindmiddel gebruiken tijdens het leggen van de vloer.
Kom je terecht bij een deur of muur, kan het zijn dat je onvoldoende plaats hebt om de plankjes vlot in elkaar te klikken. Hiervoor is een zogenaamde ‘pullbar’ nodig. Dit helpt je de planken in elkaar te laten klikken. Je mag nooit op de tand of de groef slaan met een hamer (ook niet met een rubberen hamer). Hiervoor zijn speciale stootblokken meegeleverd. Zet de stootblok tegen je plank en sla dan met een hamer op de blok. Zo voorkom je een beschadiging van het kliksysteem.
Vergeet niet dat laminaat bestaat uit hout. Hout heeft plaats nodig om uit te zetten en te krimpen. Laat dus aan de kanten een beetje plaats zodat het hout deze bewegingen kan maken.
Tot slot kan je de stukken (lees millimeters) tussen de muur en de laatste laminaatplank opvullen met siliconen. Vergeet de plaats voor de vloer om uit te zetten en te krimpen niet.