Kies een orchidee die geschikt is voor het licht, de temperatuur en de vochtigheidsgraad waarin je hem wilt bewaren. Na een jaar of twee zal de plant te groot geworden zijn voor de kwekerspot en zul je hem moeten verpotten. Volg deze stappen om de orchidee op de juiste manier te verpotten.
1. Kies een pot die groot genoeg is om de wortelmassa van de plant te bevatten en nog wat extra ruimte overlaat. Geef de orchidee voordat je hem verpot voldoende water, zodat zijn wortels flexibeler worden. verwijder het oude orchideeënmengsel van de wortels en knip de slappe, dode wortels af.
2. Plaats de plant op ongeveer dezelfde hoogte als in de vorige pot. Voeg nieuw orchideeënmengsel toe aan de pot, tot aan de onderkant van de wortelmassa. Breng dan orchideeën mengsel aan rond de wortels en stamp het voorzichtig aan. Stamp alles nog eens aan wanneer de pot helemaal vol is. Eventueel kun je veenmos of puimsteen rond de wortels leggen. Zet de plant vast met een staak, zodat hij niet gaat wiebelen.
3. Zet de orchidee in een gootsteen en overgiet hem met koud water. Vermijd de bloesems. Goet tot het water uit de bodem van de pot loopt en laat het afwateren.
4. Orchideeën geven de voorkeur aan vochtige omgevingen. Plaats ze dus niet vlakbij radiatoren of airconditionings. Plaats de plant in een omgeving met een vochtigheidsgraad van minstens 50%. Het is een goed idee de bloempot in een schaaltje van kiezels en water te zetten. Verzeker je er wel van dat de pot op de kiezels staat en niet in de kiezels.