Als je beslist om zelf wortelen te kweken, heb je een waaier aan mogelijkheden. Door het mixen van verschillende rassen met elk hun eigen zaaidata kan je namelijk heel het jaar door van je wortelen genieten.
Op basis van zaai- en oogstdata kunnen we 3 grote hoofdsoorten wortelen onderscheiden. De eerste wortelen die je in het voorjaar kan oogsten zijn de busselwortelen, ook bekend als bospenen. Zij hebben hun naam te danken aan de bussels met het loof waarin zij verkocht worden. In de zomer ontspruiten dan de losse wortelen, of waspenen, net iets langer en grover dan de eerst vermelde soort. Nadien krijg je zeer grove winterwortelen, of breekpenen. Zij kunnen pas in het najaar geoogst worden. Daarnaast heb je nog andere soorten , zoals de Parijse worteltjes. Dit zijn schattige, kleine wortelen, die er uitzien als een grote radijs.
Als je wortelen wilt telen heb je uiteraard een diep bewortelbare grond nodig. Daarnaast spelen er ook nog andere factoren mee. Ten eerste moet je grond vrij zanderig zijn, liefst met een humeuze bovengrond. De grond mag niet te zwaar zijn, en regelmatige vochtvoorziening is meer dan welkom.
Ook belangrijk is de manier van bemesting. Wortelen reageren niet goed op plots contact met hoge mestconcentraties. Zulke stikstofbemesting zorgt er ook voor dat het loof van de wortelen te veel begint te groeien en de wortel zelf minder ontwikkelt. Het resultaat is een zwakke wortel met een fletse kleur.
Om een gezonde wortel met een diepe en mooie kleur te bekomen moet je het over een andere boeg gooien. De meest gebruikte methode van bemesting is met behulp van kalium, waarbij het wordt aangeraden een meststof te gebruiken met een hoog kaliumgehalte. Dit is trouwens geldig voor alle wortelgroenten, bijvoorbeeld knolselder.
Het belangrijkste advies dat hier gegeven kan worden, is: hoe vroeger hoe beter. De kiemplantjes van wortelen kunnen vriestemperaturen verdragen tot -8°C. Vanaf begin januari kan het zaaien dus beginnen, al is het dan best met behulp van kleine plastieken koepeltjes. Eind januari en begin februari is dit zelfs niet meer nodig.
De eerste oogst kan er dus zijn rond half maart. Je kan zaaien tot ongeveer begin augustus, maar daarna wordt het vrij riskant. Een veel voorkomend probleem met te laat zaaien is de wortelvlieg.
De wortelvlieg kan gelokt worden als je te laat zaait, of als je de wortelplanten gaat uitdunnen. Deze vlieg legt eitjes aan de wortelhals, en daaruit ontstaan witgele maden. Deze maden gaan de uiteinden van je wortelen opvreten, waardoor je oogst mislukt is.
Besluit: zaai zo vroeg mogelijk, hierdoor kunnen al deze problemen vermeden worden.