Veel mensen beschouwen rozen snoeien als een heel moeilijke en complexe opdracht. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er veel verschillende rozenvariëteiten zijn, waarvan sommige reeds in de lente gesnoeid moeten worden en andere pas later in het jaar. Nochtans is rozen snoeien helemaal niet zo moeilijk. Met behulp van volgende tips kan je alvast prachtige rozen verkrijgen.
Gebruik bij voorkeur een kleine, scherpe snoeischaar en snijd takken schuin af, net boven uitstekende knoppen. Het snijvlak moet van de knop weg hellen, zodat regenwater niet in de knop loopt en hem doet rotten.
Rozenstruiken moet je in het midden van de lente snoeien. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende takken, en dun de struik uit indien nodig. Verwijder kruisende takken en snijd de oudste takken af tot de basis. Van gezonde hoofdtakken snijd je een vierde af. Verwijder in de zomer alle verwelkte bloemen, tenzij je de rozenbottels wilt houden.
Deze snoei je eveneens in het midden van de lente. Ook hier moet je eerst alle dode, zieke en stervende takken verwijderen. Halveer de plant en snoei tot op 8 centimeter van wat er in een jaar aangegroeid is. Miniatuurrozen moet je enkel snoeien als je ze een aantrekkelijke vorm wilt geven. Indien je een grote floribunda wilt, moet je minder snoeien.
Snoei stamrozen in de herfst, wanneer de bloemen beginnen te verwelken. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende ranken. Breng nieuwe uitlopers samen. Als de ranken te veel in elkaar verstrikt raken, verwijder dan de echt oude exemplaren – dit zal de groei van nieuwe ranken stimuleren. Zijranken die weggroeien van de rest moet je snoeien tot op 2 à 3 knoppen.
Klimrozen moet je snoeien aan het einde van de zomer. Snijd alle zijranken weg die gebloeid hebben. Laat daarbij slechts 3 knoppen over aan elke rank. Indien de plant lange tijd niet meer gesnoeid is, snijd dan enkele oude dikke ranken weg tot aan de basis, zodat nieuwe ranken de kans krijgen om daar te groeien.
Snoei in de lente. Verwijder dode, zieke en stervende takken en snoei de vorm van de plant lichtjes bij. Indien de plant te dichtbegroeid wordt, verwijder dan de dikste takken.
Bedek de plant na het snoeien met een dikke laag muls, goed rottend compost of boomschors.