Hoe moet je de douche betegelen?

Ben je de badkamer aan het verbouwen en wil je graag zelf de douche betegelen? Met deze tips ziet het resultaat er prachtig en professioneel uit.

Waarom tegels?

Tegels zijn erg populair in de badkamer omdat ze ervoor zorgen dat er geen vocht in de muur kan sijpelen. Ze zijn sneller schoon te maken en hygiënischer dan een geverfde muur.

Wat heb je allemaal nodig?

Waterpas
Rolmaat
Punthamer
Tegeltang
Genoeg tegels (er kunnen altijd tegels stukgaan)
Stellatten
Tegelsnijder
Boormachine
Lijmkam
Harde spons
Draadzaag
Tegellijm
Voegkruisjes
Emmers en een doek die vuil mag worden
Mortel

Het eigenlijke werk

Maak voor je begint te klussen altijd het oppervlak schoon: maak het vetvrij en herstel eventuele barsten in het oppervlak. Als je tegels wilt plaatsen op een al bestaande tegelmuur, gebruik dan speciale pasta die je in de speciaalzaak kan vinden.

Nu het oppervlak schoon is, bepaal je de plaats van de eerste tegels met  startlatten. Vervolgens leg je de tegels op de grond zoals ze aan de muur vast moeten zitten. Vergeet bij deze stap de voegkruisjes niet. Als alles klopt, maak dan de tegellijm: kijk op de verpakking en voeg de benodigde hoeveelheid water toe. Meng de substantie goed.

Strijk de lijm horizontaal uit met de lijmkam en breng de tegels en voegkruisjes aan op de wand. Begin altijd vanuit een vaste hoek (links of rechts). Verwijder eventuele lijmresten met een doek. Doe het zo snel mogelijk. Als je te lang wacht, is de lijm opgedroogd en heb je vieze vlekken op je betegelde douche.

Het is ook nodig om ruimte te laten voor kranen en leidingen: boor gaatjes in de tegels met een boor en tik er stukken tegel uit met de punthamer.

Wacht nu 24 uur en laat de lijm erg goed drogen. Als de lijm goed opgedroogd is, kan je mortel mengen. Ga met een vochtige spons over de tegels als de mortel begint te drogen. Zo verwijder je mortelrestjes. Boen daarna de tegels goed zodat ze mooi glimmen.

Tags , ,

Hoe voorkom je dat je verf gaat afbladderen?

Iedereen kent het wel: na een bepaalde tijd begint de verf die je gebruikt hebt, los te laten. Hoe komt het en wat kan je eraan doen?

Goed begonnen is half gewonnen

Het is erg belangrijk dat je goede voorbereidingen treft als je gaat verven. Liever wat extra tijd kwijt op deze manier, dan dat je later de muren opnieuw moet verven.

Haal eerst alle oude verf of behangpapier weg. Verf kan je eraf schrapen en oud behangpapier kan je er met een plamuurmes afhalen. Vind je het te veel werk om behangpapier eraf te halen? Tegenwoordig kan je bij alle doe-het-zelfzaken een stomer huren waarmee het papier erg gemakkelijk nat gemaakt wordt (geen gedoe met een natte spons) en snel van de muur gehaald kan worden.

Als je dat gedaan hebt, kan je best de muren nog even schuren (hier bestaan ook weer machines voor) zodat het oppervlak egaal is. Heb je gaten en dergelijke moeten bijwerken? Schuur dan ook wanneer de plamuur droog is.

Breng, voor je de uiteindelijke kleur op de muur doet, altijd een primer aan.

Pak de probleemgebieden aan

Kijk het huis na op eventuele lekken en andere oorzaken die kunnen zorgen voor afbladderende verf. Los altijd eerst het probleem op voor je aan het verven gaat, anders zal je werk tot niets dienen. Je kan altijd een afspraak maken met een loodgieter om het huis na te kijken op eventuele lekken of andere oorzaken die vochtproblemen kunnen veroorzaken.

Wat zijn dan die probleemgebieden? Wel, gebieden die vaak geteisterd worden door vocht zoals de badkamer, de wc, kelders, muren in de buurt van ramen,… Er bestaan ook verfsoorten speciaal voor zulke ruimtes. Die verf zorgt ervoor dat de muren beter beschermd zijn tegen vocht.

Om problemen met vocht te vermijden, kan je het best de badkamer goed laten luchten na een bad, zo kan al het vocht weg en heb je veel minder kans op problemen. Hetzelfde geldt voor de keuken, wasplaats, het toilet, de kelder en alle andere plaatsen die in contact komen met vocht.

Bij ramen die geverfd zijn, komt afbladdering van de verf ook vaak voor. Dikwijls absorbeert het hout vocht en zet het hout uit. Je kan dat voorkomen door het hout en glas gescheiden te houden met een siliconenkit.

Tags , ,

Hoe verzorg je organisch je gazon?

Wat houdt de term organisch precies in? Organisch tuinieren is tuinieren zonder de hulp van chemicaliën. Een andere term voor organisch tuinieren is milieuvriendelijk tuinieren.

Wat heb je nodig?

Een compostvat
Veel geduld
Een waterton
Organische bestrijdingsmiddelen

Hoe werkt organische gazonverzorging?

Een van de belangrijkste regels van het organisch tuinieren luidt als volgt: gebruik nooit chemische meststoffen. Het lijkt wel alsof je er goede resultaten mee boekt op korte termijn, op lange termijn is het zeker niet zo. Eigenlijk verzwakken chemische meststoffen de planten en gewassen heel erg, zo erg zelfs, dat ze zelf niet meer in staat zijn te reageren.

Wat veel gezonder is voor je gazon, is om het te bemesten met milieuvriendelijke mest. Je kan je eigen compost gebruiken of kant- en- klare organische mest kopen in de speciaalzaak. Geef ook niet te veel organische mest, zo verliest de gazon zijn weerstand tegen ziektes.

Zelf composteren

Organische meststoffen zijn de sleutel tot organisch tuinieren. Hoe kan je zelf compost maken?
De aanschaf van een compostbak is broodnodig (je kan er ook zelf een maken, zorg er dan wel voor dat er nog voldoende lucht bij kan komen. Doe je dat niet, dan bestaat er een kans dat je compost verrot). Verlucht de compost regelmatig en schep er doorheen.

Wat mag er wel in de compostbak?

Afval van rauwe groenten en fruit
Uitwerpselen van planteneters (cavia, konijn, rat, muis,…)
Brood
Kleine hoeveelheden gekookte groenten (let er dan wel op dat er geen saus, room of boter opzit)
Gemaaid gras (kleine hoeveelheden)
Eierschalen
Theezakjes (zonder papiertje en nietje) en koffiefilters met de vochtige koffie er nog in, ook koffiepads mogen in de composteerbak
Houtkrullen (alleen van onbehandeld hout)

Wat mag er niet in de compostbak?

Dierlijke resten (vlees, beenderen,…)
Uitwerpselen van vleeseters (hond, kat,…)
Sauzen, boter, vetten, olie
Zand of aarde
Behandeld hout
Mosselschelpen
Luiers
Assen

Zelf composteren is niet alleen goed voor je tuin, het zorgt ook nog voor minder afval.

Wat kan ik tegen ongedierte en onkruid doen?

Vogels en ander ongedierte kan je weghouden door een net te spannen over bijvoorbeeld je moestuin. Onkruid kan je voorkomen door de bodem uit te graven en het onkruid met de volledige wortel (erg belangrijk) te verwijderen.

Tags , , ,

Hoe verzorg je het gazon in de herfst?

Een gazon heeft niet alleen in de zomer voldoende verzorging nodig, maar ook in de herfst. Hier vind je alvast enkele tips om ook in het najaar van je prachtige grasveld te kunnen genieten.

Harken

Hark alle afgevallen bladeren bijeen op een hoop. Als je een composthoop hebt, kan je de bladeren erbij doen. Ook kan je het in de grond spitten bij planten die wat extra voeding kunnen gebruiken. Laat de bladeren niet langer dan een week liggen. Doe je dat wel, dan ontstaan er gele plekken in je gazon die erg traag herstellen. In de bladeren die over heel je gazon verspreid liggen, kan zich op den duur ook ongedierte nestelen: nog een reden te meer om de bladeren netjes te composteren.

Water geven

Door de zomer heeft je gazon het zwaar te verduren gehad. Geef daarom je gazon regelmatig water. Het beste is regenwater. Het gras bewateren met kraantjeswater is niet alleen duur, in tijden van droogte is het ook verboden. Een goede oplossing is dan een regenton, die zorgt ervoor dat er veel water opgevangen wordt tijdens een regenbui.

Bemesten

De herfst is het seizoen om je gazon er weer bovenop te helpen. Extra mest kan je hier zeker bij helpen. In speciaalzaken kan je gazonmest kopen, speciaal voor de herfst: hier zitten alle stoffen in die je gazon nodig heeft om het herfstseizoen door te komen.

Vrieskou

Wanneer het vriest, is het gras extra kwetsbaar. Probeer er dan ook niet op te gaan staan, dan knakken de grassprietjes en sterven ze af. Pas in de lente herstelt je gazon weer.

Mos bestrijden

In de winter stopt het gras met groeien en wordt de bodem zuurder dan normaal. Een ideale voedingsbodem voor mossen dus. Wat kan je doen om mossen te bestrijden? Aangezien mos een zure bodem nodig heeft om te kunnen groeien, moet je de zure bodem aanpakken: strooi daarom wat kalk op je gazon. Zo daalt de zuurtegraad van gazon en kan het mos niet meer overleven.

Als je deze tips toepast, gaat je gazon een prachtige lente tegemoet en verkeert het al in erg goede staat als het tuinierseizoen weer begint.

Tags , , , , ,

Laat die veldbloemen maar bloeien

Percelen met veldbloemen zijn erg populair de laatste tijd. Veel mensen vinden het mooi om een stukje ‘wilde natuur’ te hebben in hun eigen tuin. Veldbloemen roepen een landelijk, pittoresk gevoel op.  Daarbij komt nog dat het helemaal niet veel tijd kost om te onderhouden.

Welke bloemen?

Er bestaan veel soorten veldbloemen: margrietjes, paardenbloemen, boterbloempjes, valeriaan, vingerhoedskruid, speenkruid,… Keuze te over. Je kan er ook voor kiezen om een compleet zaaipakket te kopen, met een mengeling van veldbloemzaden erin.

De grond

Veldbloemen stellen absoluut geen hoge eisen aan de grond, daarom komen ze zo frequent voor in de wilde natuur. Veldbloemen groeien zelfs beter op een bodem die maar weinig voedingsstoffen bevat, je hoeft ze dus helemaal niet te bemesten.

Nuttig

Een veldbloemenperk is ook nog eens erg nuttig voor de natuur: insecten zijn er dol op en vinden zo beschutting. Het zorgt voor een echt stukje natuur in je tuin.

Heb je geen tuin?

Geen nood, als je geen tuin tot je beschikking hebt, kan je ook veldbloemen zaaien in een pot met potgrond. Zet de pot op een leuke plaats, en je hele woning fleurt meteen op. Het is ook altijd erg mooi om de kleur van (een van de) bloemen terug te laten komen in de pot. Je kunt ze ook in een hangmand planten.

Leuke combinaties

Het is erg leuk als je ervoor zorgt dat je zaden zaait die een verschillende bloeitijd hebben, zo heb je ieder seizoen een ander kleurentapijt.

Een paar leuke combinaties om je op weg te helpen:

Teunisbloem, viooltjes, siererwt, goudsbloem, lavendel en tijm (erg kleurrijk)
Madelief, vergeet-me-niet, zonneroosje, klaproos, gevlekt bosliefje
Bosaardbei, vingerhoedskruid, jacobsladder, viooltjes en paardenbloemen

Wanneer zaaien?

Het beste kan je de veldbloemzaden zaaien in het voorjaar (maart, april of mei), later kan desnoods ook nog (augustus). Bewerk de grond altijd voor je aan het zaaien begint: er is amper werk aan een veldbloemenperk maar je moet er dan wel voor zorgen dat er geen onkruid tussendoor begint te groeien. Graaf daarom eerst de grond uit, en haal alle wortelstokken van het onkruid eruit.

Tags , ,

Hoe moet je rozen snoeien?

Veel mensen beschouwen rozen snoeien als een heel moeilijke en complexe opdracht. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er veel verschillende rozenvariëteiten zijn, waarvan sommige reeds in de lente gesnoeid moeten worden en andere pas later in het jaar. Nochtans is rozen snoeien helemaal niet zo moeilijk. Met behulp van volgende tips kan je alvast prachtige rozen verkrijgen.

De snoeischaar

Gebruik bij voorkeur een kleine, scherpe snoeischaar en snijd takken schuin af, net boven uitstekende knoppen. Het snijvlak moet van de knop weg hellen, zodat regenwater niet in de knop loopt en hem doet rotten.

Rozenstruiken

Rozenstruiken moet je in het midden van de lente snoeien. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende takken, en dun de struik uit indien nodig. Verwijder kruisende takken en snijd de oudste takken af tot de basis. Van gezonde hoofdtakken snijd je een vierde af. Verwijder in de zomer alle verwelkte bloemen, tenzij je de rozenbottels wilt houden.

Floribundarozen, theehybriden en patiorozen

Deze snoei je eveneens in het midden van de lente. Ook hier moet je eerst alle dode, zieke en stervende takken verwijderen. Halveer de plant en snoei tot op 8 centimeter van wat er in een jaar aangegroeid is. Miniatuurrozen moet je enkel snoeien als je ze een aantrekkelijke vorm wilt geven. Indien je een grote floribunda wilt, moet je minder snoeien.

Stamrozen

Snoei stamrozen in de herfst, wanneer de bloemen beginnen te verwelken. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende ranken. Breng nieuwe uitlopers samen. Als de ranken te veel in elkaar verstrikt raken, verwijder dan de echt oude exemplaren – dit zal de groei van nieuwe ranken stimuleren. Zijranken die weggroeien van de rest moet je snoeien tot op 2 à  3 knoppen.

Klimrozen

Klimrozen moet je snoeien aan het einde van de zomer. Snijd alle zijranken weg die gebloeid hebben. Laat daarbij slechts 3 knoppen over aan elke rank. Indien de plant lange tijd niet meer gesnoeid is, snijd dan enkele oude dikke ranken weg tot aan de basis, zodat nieuwe ranken de kans krijgen om daar te groeien.

Bodembedekkende rozen

Snoei in de lente. Verwijder dode, zieke en stervende takken en snoei de vorm van de plant lichtjes bij. Indien de plant te dichtbegroeid wordt, verwijder dan de dikste takken.

Nazorg

Bedek de plant na het snoeien met een dikke laag muls, goed rottend compost of boomschors.

Tags , , , ,

Hoe moet je klimplanten snoeien?

Klimplanten als kamperfoelie, klimop of blauwregen moet je regelmatig snoeien om ze mooi te onderhouden.

Kamperfoelie

Indien je kamperfoelie tot zijn maximale lengte wilt laten groeien, moet je hem ondersteunen met metaaldraad, latwerk of gelijkaardige steunelementen. Indien je daarentegen niet veel plaats hebt, moet je kamperfoelie jaarlijks snoeien om de groei binnen de perken te houden.

Wildgroei verwijder je best pas nadat de kamperfoelie gebloeid heeft. Variëteiten die pas in de late zomer bloeien, moet je in de lente snoeien. Lonicera japonica wordt best om de 2 à 3 jaar afgesneden tot 1 meter, anders wordt deze plant te zwaar aan de top.

Wilde wingerd

Deze plant is eerder geneigd om in de hoogte te groeien dan in de breedte. Indien ze niet tijdig gesnoeid wordt, kan ze veel plaats gaan innemen. Beperk de groei door elke winter oude, te sterk begroeide ranken weg te snijden. Vermijd ook dat de wingerd goten, ramen en regenpijpen overwoekert  en snoei hem elke winter – en indien nodig ook in de bloeiperiode.

Clematis

De snoeiregels voor clematisplanten variëren volgens hun bloeiperiode, maar een algemene regel is dat je alle dunne, zwakke of beschadigde scheuten volledig moet verwijderen, desnoods tot op grondniveau.

Blauweregen

Blauweregen (wisteria) moet je in de zomer snoeien. Dan krijgt ze geen kans om te overwoekeren, maar kunnen de bloemen aan nieuwe zijscheuten nog bloeien voor de blauweregen gesnoeid wordt.

Begin juli is de plant ongeveer twee maanden uitgebloeid. Dan kan je de zijscheuten snoeien en ineengestrengelde ranken bijsnijden tot op 5 à 6 blaadjes van de hoofdtak. In de winter moet je de zijscheuten opnieuw snoeien en daarbij slechts 2 à 3 knoppen overlaten. Volgende lente zullen die dan bloemen dragen. Snijd in de winter ook alle oude, in elkaar verstrikte of overdreven lange ranken af, zodat de blauweregen dichtbij haar ondersteuning blijft groeien.

Klimop

Klimop bedekt een volledige muur voor je het weet en heeft dus geen extra stimulans nodig. Als je het groeiproces toch nog wilt bespoedigen, kan je enkele lange ranken langs de voet van de muur leiden.

In de eerste groeistadia moet klimop niet gesnoeid worden. Pas als de hele muur bedekt is, kan je elk jaar in april scheuten bijsnijden en eventueel nog eens in de zomer. Indien de plant te zwaar wordt aan de top, kan je de overvloedige groei daar wegsnoeien. Houd uitlopers weg van regenpijpen en goten.

Tags , , , , , ,

Hoe moet je bomen snoeien?

Bomen snoeien is helemaal niet zo moeilijk als het lijkt. In dit artikel lees je hoe je jonge bomen, sierbomen en naaldbomen moet snoeien.

Jonge bomen

Een boom als de lijsterbes heeft een kaarsrechte stam, een dicht bladerdak en horizontale takken van voet tot top. Bij dergelijke bomen groeien elk jaar loten aan de top van de stam, maar ook aan de basis, zodat de rest van de boom minder voedingsstoffen krijgt. Loten aan de voet van de stam moet je dus allemaal snoeien, net als loten die in vreemde hoeken groeien ten opzichte van andere takken.

Hoogstammige bomen als kerselaars worden op dezelfde manier gesnoeid. Hier moet je ook de lage takken afsnijden, zodat je een duidelijke stam verkrijgt. In het eerste jaar moet je onderaan een derde van de takken verwijderen en in het midden nog eens een derde van de takken halveren. In het tweede jaar moet je dan ook deze middenste takken volledig verwijderen. Na vijf jaar heeft de stam zich voldoende ontwikkeld. Dan moet je enkel nog takken uit de kruin snoeien om een open bladerdak te creëren.

Sommige bomen krijgen uitlopers aan de wortels. Aangezien die de boom van zijn voedingsstoffen beroven, moet je ze tijdig verwijderen. Leg de plaats waar ze uit de wortel groeien bloot en trek ze volledig uit.

Sierbomen

Knotten en uitstoelen zijn technieken die traditioneel voor de productie van timmerhout gebruikt worden. Ze zijn echter ook heel bruikbaar voor het snoeien van sierbomen.

Bij uitstoelen wordt de aangroei tot net boven of tot op de grond gesnoeid. Deze techniek is uiterst geschikt voor hazelaar- en wilgvariëteiten, net als knotten. Bij knotten wordt de aangroei echter niet tot op de grond gesnoeid, maar tot een korte stam.

Eucalyptus- en lindebomen moet je slechts om de twee à drie jaar snoeien indien je de grootte van de stam of van het gebladerte wilt beperken.

Vergeet niet dat je een pas gesnoeide boom extra voedsel moet geven om nieuwe groei te stimuleren.

Coniferen

Naaldbomen hoeven doorgaans niet gesnoeid te worden, behalve in geval van verstoorde groei. Indien je coniferen wilt snoeien, doe je dat best in de herfst of in de winter. Indien een boom twee stammen heeft, moet je de sterkste behouden en de andere vanaf de basis afsnijden.

Bij gevlekte coniferen moet je zuiver groene uitlopers verwijderen, en bij dwergconiferen of kruipende coniferen moet je alle abnormaal gevormde scheuten snoeien.

Dood of bruin gebladerte moet je steeds wegnemen. Eventuele gaten kan je camoufleren door aangrenzende scheuten samen te binden, zodat ze over de gesnoeide plek groeien.

Tags , , , ,

Geef je kamerplanten net wat ze nodig hebben

Doodsoorzaak nummer één bij binnenhuisplanten is een te veel aan water. Daarmee is al veel gezegd over planten verzorgen. Wat je verder nog moet weten, zijn enkele essentiële principes en weetjes. Wat je nog moet hebben, is een portie gezond verstand. Eens je de principes en weetjes uit dit artikel toepast én je gezonde verstand gebruikt, kan je bijna elke plant de gepaste verzorging geven.

Ken de plaats van de plant

Je krijgt een fantastisch mooie plant cadeau, maar waar zet je hem? Bij de keuze van het juiste plekje kan je hiermee rekening houden:

De meeste planten groeien het beste op een tochtvrije plaats met veel zonlicht. Ook een relatief stabiele temperatuur (dit is: geen sterke temperatuurschommelingen) en een hoge luchtvochtigheid dragen bij tot een goed groei- en bloeiproces.
Planten met egaal groene bladeren hebben minder licht nodig dan planten met kleurschakeringen en/of bloemen. Varens hebben zelfs het liefste een donker plekje. Orchideeën geven de voorkeur aan helder maar onrechtstreeks licht, veel frisse lucht en een hoge luchtvochtigheid.
Vermijd wel dat planten in de zomer op een te warme plaats staan, waardoor het blad- en bloemoppervlak kan verbranden.
Verplaats planten naar een lichtrijke plaats als je merkt dat de bloei niet goed op gang komt of als een plant met kleurschakeringen naar een te monotoon groen blad neigt.

Geef niet te veel water

“Ik geef al mijn planten iedere twee dagen water.” Twee keer verkeerd! Je hoeft planten zeker niet volgens een strak schema water te geven en als je alle planten steeds water geeft, negeer je de behoefteverschillen van de planten.

Een plant heeft water nodig als de potgrond waarin hij staat niet meer vochtig is. Wanneer de bladeren van de plant beginnen te verwelken, heeft de plant dringend water nodig, maar overdrijf ook dan niet met de hoeveelheid water. Bloemdragende planten hebben meer water nodig dan planten die niet bloeien. Een plant verwerkt ook meer water tijdens de warme lente- en zomerperiode dan tijdens herfst en winter.

De bladeren van tropische planten zoals varens en orchideeën kan je het beste dagelijks bevochtigen met een waterverstuiver, naast het water geven in de pot.

Voeden, snoeien en schoonmaken

Heel wat planten groeien ook prachtig zonder specifieke voeding. Sommige planten hebben echter af en toe wat extra voedingstoffen nodig, vooral tijdens bloeiperiodes. Afhankelijk van het type plant kan je traag oplossende capsules in de potgrond steken of samen met het water vloeibare voeding toedienen. Het is raadzaam voor specifieke voeding en dosering de verkoper of de kweker om raad te vragen.

Uitgebloeide bloemen kan je het beste onmiddellijk verwijderen door ze met duim en wijsvinger af te nijpen. Vergeelde bladeren zijn alleen maar ballast en verwijder je dus ook. Afgestorven takjes kan je met een snoeischaar afknippen.

Net als huisraad blijft een plant niet gespaard van stof. Om de bladeren opnieuw glanzend te maken, kan je het stof wegvegen met een vochtig doekje of met vochtige watten. Daarmee laat je de plant niet alleen opnieuw blinken, je zorgt er ook voor dat zijn groei niet meer wordt belemmerd door het stof.

Tags , , , , ,

Laat je tuinbloemen langer bloeien

Hoe jammer is het niet als een wondermooie tuinplant na enkele weken volledig uitgebloeid en uitgeput verschrompeld?  Na weken, maanden en soms jaren van regelmatig water geven, bemesten, snoeien en meer, lijkt de plant uitgeteld.

Hoewel het onmogelijk is om planten dag in dag uit in bloei te laten staan, kan je met enkele eenvoudige verzorgingstips er toch voor zorgen dat je plant meer, langer en bloemrijker bloeit.

1. Verwijder uitgebloeide bloemen

Gebruik duim en wijsvinger om uitgebloeide bloemen weg te knijpen.  Als je zelf uitgebloeide bloemen weghaalt, hoeft de plant geen energie te steken in het opvangen van uitgebloeide bloemen en in de productie en verspreiding van zaad.  In plaats daarvan kan de plant nog een tweede keer bloemen dragen.

Door de zaadproductie en -verspreiding te verhinderen, vermijd je bovendien dat je tuin het volgende jaar herschapen wordt in een wirwar van door elkaar groeiende bloemsoorten.

2. Snoei de bloem in de top van de plant weg

De bloem in de top van de plant haalt vaak veel energie weg voor de bloemen onderin.  Door de bloem in de top van de plant weg te snijden, geef je meer groeikansen aan de bloemen onderin.  Dat resulteert in een bloemrijkere plant met grotere bloemen.

3. Houd meerjarigen compact, vermijd wildgroei

Meerjarige planten kunnen al snel groot en onherbergzaam worden. Laat je de planten te lang groeien zonder de overvloed aan takken in te perken, dan wordt het achteraf heel lastig om de wildgroeiende plant nog goed bij te snoeien tot een compacte plant.  Ook meerjarige planten moeten dus op tijd bijgeknipt worden, zodat ze weelderig bloemen kunnen dragen op enkele stevige takken.  Het snoeien doe je het beste na de bloeiperiode. Afhankelijk van de plantensoort kan naast snoeien in het najaar, ook snoeien in het voorjaar aangewezen zijn.

4. Verwijder dode twijgjes, vergeelde bladeren en verwelkte bloemen

Dode twijgjes, bladeren en bloemen kunnen een bron van voedingstoffen zijn, maar ze kunnen ook ongedierte aantrekken.  Haal dode, vergeelde of rottende delen van de plant daarom zo snel mogelijk weg.  Zo vermijd je dat broeihaarden van ongedierte ontstaan die het immuunsysteem van de plant kunnen aantasten.  In plaats van het organisch afval van de plant als meststof te gebruiken, kan je in het voorjaar compost of andere meststof voor de plant toevoegen.

5. Snoei de plant voor de winter

Eens de planten zijn uitgebloeid en zich klaarmaken om de winter door te komen, kan je de plant terugsnoeien. Om de plant niet al te veel te verwonden, wacht je het beste tot de late herfst. Als je de plant terugsnoeit tot zijn omvang vóór de bloeiperiode en het aantal vertakkingen beperkt, krijgt de plant het volgende bloeijaar de kans zonder ballast mooie volle bloemen te vormen.  Snoei je niet terug, dan moet de plant te veel energie steken in het laten doorgroeien van eenjarige twijgjes en vertakkingen, wat minder en kleinere bloemen als gevolg heeft.

Tags , , ,
Oudere berichten Nieuwere berichten
Ontdek de ultieme vrijheid van buitenleven van een verbluffende terrasoverkapping met lamellen, waarbij je moeiteloos speelt met zonlicht en schaduw, terwijl je geniet van beschutting in stijl.
© 2024 · huisentuininformatie.be Merken en domeinen zijn eigendom van Internet Ventures. Website beheerd door Volo Media.