Veel mensen zijn het er over eens dat inbraakpreventie noodzakelijk is om hun huis veilig te stellen. Toch zijn slechts weinigen ertoe geneigd om er ook effectief iets aan te doen. Vaak denkt men dat een inbraak hen wel niet zal overkomen. Wanneer die inbraak er dan toch komt, heeft men vaak spijt dat men niet eerder aan inbraakpreventie deed. Zorg ervoor dat dit ook jou niet overkomt.
Een goede inbraakpreventie begint, juist ja, bij de voordeur. Het lijkt evident, maar het wordt vaak vergeten: zorg ervoor dat de voordeur op slot zit. Durf te investeren in goede, degelijke sloten. Sloten kunnen immers niet stevig genoeg zijn om die ongenodigde gasten buiten je deuren te houden. Voorzie daarnaast ook een doorkijkgat in je voordeur. Open je deur enkel en alleen voor die mensen die je kent.
Wanneer je net in je huis bent getrokken, doe je er goed aan het huis van nieuwe sloten te voorzien. Je bent namelijk niet zeker wie er allemaal (kopieën van) sleutels in zijn of haar (misschien onbetrouwbare) handen heeft. Kies ook altijd voor een betrouwbare slotenmaker. Zorg er tot slot ook voor dat je nauwkeurig bijhoudt hoeveel kopieën van sleutels je hebt laten maken én wie ze in handen heeft.
Om inbrekers geen schijn van kans te geven je huis te betreden, voorzie je ook best je ramen van de nodige sloten. Voor het grootste gemak installeer je best sloten van hetzelfde merk op al je ramen. Op die manier ben je sneller geneigd er een gewoonte van te maken om al je ramen op slot te doen. Bewaar de sleutel steeds op een veilige plaats. Zorg er tot slot ook voor dat de bomen en planten je huis niet te veel afsluiten van de buitenwereld. Toegegeven, het is goed voor je privacy, maar inbrekers zullen er gretig gebruik van maken wanneer ze besluiten om jou een bezoekje te brengen.
De twee ergste vijanden van inbrekers zijn licht en lawaai. Het is daarom aangewezen om lichten te installeren die automatisch aangaan bij beweging. Ook handig is het wanneer er via een timer automatisch licht aangaat in de verschillende delen van je huis. Zo lijkt het alsof het huis bewoond is. Bijgevolg zullen inbrekers niet gauw toeslaan. Ook alarminstallaties zijn handig om inbrekers op een afstand te houden.
beveiliging, inbraakalarm, inbraakbeveiliging, ramen, sloten, voordeur Iedereen weet dat kinderen groeien als kolen. Maar wat doe je dan als je kind zijn of haar kamer ontgroeid is? Je kan toch moeilijk iedere keer een hele nieuwe inboedel kopen? Een paar handige tips voor een kinderkamer op de groei.
Goede meubels zijn de basis van de kinderkamer: je mag er dus een redelijk budget voor uitrekken. Investeer direct al in een goede klerenkast die jaren meekan: vaak kan je de planken verleggen zodat er ook babykleren inpassen. Koop niet meteen een groot bed voor een baby want dat is gevaarlijk. Desnoods kan je voor een leuk babybedje altijd eens een bezoekje brengen aan een tweedehandswinkel. Een peuter kan wel in een gewoon bed slapen, vanaf die leeftijd kan je dan een goed en groot bed kopen.
Een tafel of bureau is ook altijd handig: eerst kan het dienen als tafel om de baby te verschonen, om er allerlei spulletjes in op te bergen en later kan je kind de tafel of het bureau gebruiken om huiswerk te maken of om te computeren.
Een boekenkast kan ook altijd dienst doen als opbergplaats voor luiers, knuffelberen, …
Wat je ook doet, koop geen al te modegevoelige meubels. Er bestaat een kans dat de meubels die je nu zo modern vindt, later misschien wel hopeloos ouderwets zijn. Ga voor redelijk lichte kleuren en basisvormen.
Hoe kan je er toch voor zorgen dat de kamer er anders uit gaan zien met dezelfde meubels? Je kan de muren een likje verf geven, of nieuwe gordijnen hangen. Ook krijg je direct een heel andere kamer als je de decoratie vervangt: koop een nieuwe lamp, plaats wat planten, vervang de kaarsen, kies een andere kleur voor het dekbed ,… Koop wat extra kussens en wat nieuwe kussenslopen om een gezellige zithoek te creëren…Je ziet het, er zijn heel veel mogelijkheden.
Je kan ook kleinere details vervangen zoals bijvoorbeeld de handvaten van kastjes, een klein tapijtje kopen of de deurposten schilderen.
Als je deze tips toepast, kan je veel geld uitsparen opde kinderkamer. Zo houd je geld over voor vele andere dingen!
kinderen, kinderkamer, meubels Vaak vinden mensen het een grote moeite om een kleine kamer in te richten. Dat het helemaal zo niet hoeft te zijn, tonen de volgende tips aan.
Grotere ruimtes zijn niet per definitie beter om in te richten. Het is zelfs redelijk moeilijk om een grote ruimte een gezellige en huiselijke sfeer te geven. Benut daarom de beperkte oppervlakte van je ruimte om een hele knusse kamer te maken.
Als je een kleine ruimte decoreert, ben je al een stuk minder geld kwijt aan verf en bespaar je ook nog eens op de energiekosten.
Wanneer je over weinig plaats beschikt, is een plan op schaal altijd handig. Teken de kamer (houd rekening met verwarming, ramen, deuren en stopcontacten) en de meubels op schaal. Zo kan je, vóór je alle meubels versjouwt, al een idee krijgen van het resultaat.
Zo kom je ook te weten of je meubels er allemaal passen of niet. Het is natuurlijk veel fijner om al op papier te zien dat het niet gaat, dan dat je het pas ontdekt als bijna alle meubels er al staan.
Zet geen al te grote meubels in een kleine kamer, zo ga je de kamer alleen maar optisch kleiner maken. Kies bijvoorbeeld voor meubels op wieltjes (zo kan je de hele kamer verschuiven als je daar zin in hebt zonder dat het erg veel moeite kost) of meubels die je in kan klappen.
Heel belangrijk is opbergruimte: rommel valt veel sneller op in kleine kamers dan in grote. Zorg dus voor meubels waarin je een hoop spullen kan opbergen. Wanneer je een meubel meerdere functies geeft (bijvoorbeeld: een tafeltje doet dienst als nachttafel, bijtafeltje, bankje,…), spaar je ook zo weer ruimte uit.
Dit is vaak het leukste gedeelte: de kamer aankleden en gezellig maken. Denk hierbij aan kussens, gordijnen, tapijten, kaarsen, beeldjes, planten en zelfs knuffels.
Om een ruimte optisch groter te laten lijken, kan een likje lichtgekleurde verf wonderen doen. Als er veel lichtinval is in de kamer, zal de kamer er groter uitzien dan hij in werkelijkheid is.
Zoals je ziet, is er dus niet veel nodig om ook van een kleine ruimte een gezellige ruimte te maken.
inrichting, kleine kamer, meubels Houten vloeren zijn helemaal in tegenwoordig. De volgende tips kunnen je helpen om zelf een prachtige laminaatvloer aan te leggen.
• Laminaat
• Hamer
• Winkelhaak
• Zaag met fijne tanden
• Meetlat en potlood
• Spandraad
Haal al het hout uit de verpakkingen en laat het minstens 48 uur liggen in de ruimte waar de houten vloer gaat komen. Zorg voor een goede luchtvochtigheid in de kamer, zo zal het hout wat uitzetten (als je dat niet doet, kan je later nog in de problemen komen met de vloer). Controleer ook even of de deur nog dichtgaat met de laminaatplanken: als dat niet zo is, kan je de deur bijslijpen. Haal de plinten er ook af.
Maak de ondergrond zo egaal mogelijk en stort desnoods beton. Een egale ondergrond is cruciaal om een mooie laminaatvloer te hebben. Lees ook altijd de instructies op de verpakking erg zorgvuldig en gebruik hout uit verschillende pakken om een kleurverschil te vermijden.
Gebruik ook een tussenlaag die geluidsdempend en isolerend werkt.
Laat aan de zijkanten altijd 10 mm. over, zo kan het hout nog uitzetten. Meestal worden de latten horizontaal gelegd, kijk voor alle zekerheid op de verpakking van de fabrikant. Vaak staat er ook op aangegeven hoe je de latten precies moet plaatsen. Gebruik je meetlat, potlood en spandraad om de planken mooi recht te leggen.
Leg nooit laminaat in zeer vochtige ruimtes zoals de badkamer, de wc, het washok,… voor deze ruimtes kan je beter tegels gebruiken.
Klik het laminaat in elkaar als het goed ligt. Als je geen kliklaminaat hebt, moet je het nog aan elkaar lijmen. Verwijder dan het te veel aan lijm met een doek, anders krijg je vlekken op de vloer. Als je kliklaminaat hebt, begin dan met vastklikken aan het einde of begin van een lat, niet in het midden.
Vaak is het nodig om de latten op maat te zagen. Zorg er ook altijd voor dat je een paar latten op overschot hebt.
Plaats vervolgens de plinten weer.
• Bescherm de vloer door viltkussentjes onder de poten van meubels te plakken
• Onderhoud de vloer goed
• Maak de vloer nooit schoon met veel water: gebruik eerder een uitgewrongen doek
hout, houten vloer, laminaat, vloer Ben je de badkamer aan het verbouwen en wil je graag zelf de douche betegelen? Met deze tips ziet het resultaat er prachtig en professioneel uit.
Tegels zijn erg populair in de badkamer omdat ze ervoor zorgen dat er geen vocht in de muur kan sijpelen. Ze zijn sneller schoon te maken en hygiënischer dan een geverfde muur.
• Waterpas
• Rolmaat
• Punthamer
• Tegeltang
• Genoeg tegels (er kunnen altijd tegels stukgaan)
• Stellatten
• Tegelsnijder
• Boormachine
• Lijmkam
• Harde spons
• Draadzaag
• Tegellijm
• Voegkruisjes
• Emmers en een doek die vuil mag worden
• Mortel
Maak voor je begint te klussen altijd het oppervlak schoon: maak het vetvrij en herstel eventuele barsten in het oppervlak. Als je tegels wilt plaatsen op een al bestaande tegelmuur, gebruik dan speciale pasta die je in de speciaalzaak kan vinden.
Nu het oppervlak schoon is, bepaal je de plaats van de eerste tegels met startlatten. Vervolgens leg je de tegels op de grond zoals ze aan de muur vast moeten zitten. Vergeet bij deze stap de voegkruisjes niet. Als alles klopt, maak dan de tegellijm: kijk op de verpakking en voeg de benodigde hoeveelheid water toe. Meng de substantie goed.
Strijk de lijm horizontaal uit met de lijmkam en breng de tegels en voegkruisjes aan op de wand. Begin altijd vanuit een vaste hoek (links of rechts). Verwijder eventuele lijmresten met een doek. Doe het zo snel mogelijk. Als je te lang wacht, is de lijm opgedroogd en heb je vieze vlekken op je betegelde douche.
Het is ook nodig om ruimte te laten voor kranen en leidingen: boor gaatjes in de tegels met een boor en tik er stukken tegel uit met de punthamer.
Wacht nu 24 uur en laat de lijm erg goed drogen. Als de lijm goed opgedroogd is, kan je mortel mengen. Ga met een vochtige spons over de tegels als de mortel begint te drogen. Zo verwijder je mortelrestjes. Boen daarna de tegels goed zodat ze mooi glimmen.
betegelen, douche, tegels Iedereen kent het wel: na een bepaalde tijd begint de verf die je gebruikt hebt, los te laten. Hoe komt het en wat kan je eraan doen?
Het is erg belangrijk dat je goede voorbereidingen treft als je gaat verven. Liever wat extra tijd kwijt op deze manier, dan dat je later de muren opnieuw moet verven.
Haal eerst alle oude verf of behangpapier weg. Verf kan je eraf schrapen en oud behangpapier kan je er met een plamuurmes afhalen. Vind je het te veel werk om behangpapier eraf te halen? Tegenwoordig kan je bij alle doe-het-zelfzaken een stomer huren waarmee het papier erg gemakkelijk nat gemaakt wordt (geen gedoe met een natte spons) en snel van de muur gehaald kan worden.
Als je dat gedaan hebt, kan je best de muren nog even schuren (hier bestaan ook weer machines voor) zodat het oppervlak egaal is. Heb je gaten en dergelijke moeten bijwerken? Schuur dan ook wanneer de plamuur droog is.
Breng, voor je de uiteindelijke kleur op de muur doet, altijd een primer aan.
Kijk het huis na op eventuele lekken en andere oorzaken die kunnen zorgen voor afbladderende verf. Los altijd eerst het probleem op voor je aan het verven gaat, anders zal je werk tot niets dienen. Je kan altijd een afspraak maken met een loodgieter om het huis na te kijken op eventuele lekken of andere oorzaken die vochtproblemen kunnen veroorzaken.
Wat zijn dan die probleemgebieden? Wel, gebieden die vaak geteisterd worden door vocht zoals de badkamer, de wc, kelders, muren in de buurt van ramen,… Er bestaan ook verfsoorten speciaal voor zulke ruimtes. Die verf zorgt ervoor dat de muren beter beschermd zijn tegen vocht.
Om problemen met vocht te vermijden, kan je het best de badkamer goed laten luchten na een bad, zo kan al het vocht weg en heb je veel minder kans op problemen. Hetzelfde geldt voor de keuken, wasplaats, het toilet, de kelder en alle andere plaatsen die in contact komen met vocht.
Bij ramen die geverfd zijn, komt afbladdering van de verf ook vaak voor. Dikwijls absorbeert het hout vocht en zet het hout uit. Je kan dat voorkomen door het hout en glas gescheiden te houden met een siliconenkit.
afbladderen, verf, verven Wat houdt de term organisch precies in? Organisch tuinieren is tuinieren zonder de hulp van chemicaliën. Een andere term voor organisch tuinieren is milieuvriendelijk tuinieren.
• Een compostvat
• Veel geduld
• Een waterton
• Organische bestrijdingsmiddelen
Een van de belangrijkste regels van het organisch tuinieren luidt als volgt: gebruik nooit chemische meststoffen. Het lijkt wel alsof je er goede resultaten mee boekt op korte termijn, op lange termijn is het zeker niet zo. Eigenlijk verzwakken chemische meststoffen de planten en gewassen heel erg, zo erg zelfs, dat ze zelf niet meer in staat zijn te reageren.
Wat veel gezonder is voor je gazon, is om het te bemesten met milieuvriendelijke mest. Je kan je eigen compost gebruiken of kant- en- klare organische mest kopen in de speciaalzaak. Geef ook niet te veel organische mest, zo verliest de gazon zijn weerstand tegen ziektes.
Organische meststoffen zijn de sleutel tot organisch tuinieren. Hoe kan je zelf compost maken?
De aanschaf van een compostbak is broodnodig (je kan er ook zelf een maken, zorg er dan wel voor dat er nog voldoende lucht bij kan komen. Doe je dat niet, dan bestaat er een kans dat je compost verrot). Verlucht de compost regelmatig en schep er doorheen.
• Afval van rauwe groenten en fruit
• Uitwerpselen van planteneters (cavia, konijn, rat, muis,…)
• Brood
• Kleine hoeveelheden gekookte groenten (let er dan wel op dat er geen saus, room of boter opzit)
• Gemaaid gras (kleine hoeveelheden)
• Eierschalen
• Theezakjes (zonder papiertje en nietje) en koffiefilters met de vochtige koffie er nog in, ook koffiepads mogen in de composteerbak
• Houtkrullen (alleen van onbehandeld hout)
• Dierlijke resten (vlees, beenderen,…)
• Uitwerpselen van vleeseters (hond, kat,…)
• Sauzen, boter, vetten, olie
• Zand of aarde
• Behandeld hout
• Mosselschelpen
• Luiers
• Assen
Zelf composteren is niet alleen goed voor je tuin, het zorgt ook nog voor minder afval.
Vogels en ander ongedierte kan je weghouden door een net te spannen over bijvoorbeeld je moestuin. Onkruid kan je voorkomen door de bodem uit te graven en het onkruid met de volledige wortel (erg belangrijk) te verwijderen.
compost, milieuvriendelijk, onkruid, organisch tuinieren Een gazon heeft niet alleen in de zomer voldoende verzorging nodig, maar ook in de herfst. Hier vind je alvast enkele tips om ook in het najaar van je prachtige grasveld te kunnen genieten.
Hark alle afgevallen bladeren bijeen op een hoop. Als je een composthoop hebt, kan je de bladeren erbij doen. Ook kan je het in de grond spitten bij planten die wat extra voeding kunnen gebruiken. Laat de bladeren niet langer dan een week liggen. Doe je dat wel, dan ontstaan er gele plekken in je gazon die erg traag herstellen. In de bladeren die over heel je gazon verspreid liggen, kan zich op den duur ook ongedierte nestelen: nog een reden te meer om de bladeren netjes te composteren.
Door de zomer heeft je gazon het zwaar te verduren gehad. Geef daarom je gazon regelmatig water. Het beste is regenwater. Het gras bewateren met kraantjeswater is niet alleen duur, in tijden van droogte is het ook verboden. Een goede oplossing is dan een regenton, die zorgt ervoor dat er veel water opgevangen wordt tijdens een regenbui.
De herfst is het seizoen om je gazon er weer bovenop te helpen. Extra mest kan je hier zeker bij helpen. In speciaalzaken kan je gazonmest kopen, speciaal voor de herfst: hier zitten alle stoffen in die je gazon nodig heeft om het herfstseizoen door te komen.
Wanneer het vriest, is het gras extra kwetsbaar. Probeer er dan ook niet op te gaan staan, dan knakken de grassprietjes en sterven ze af. Pas in de lente herstelt je gazon weer.
In de winter stopt het gras met groeien en wordt de bodem zuurder dan normaal. Een ideale voedingsbodem voor mossen dus. Wat kan je doen om mossen te bestrijden? Aangezien mos een zure bodem nodig heeft om te kunnen groeien, moet je de zure bodem aanpakken: strooi daarom wat kalk op je gazon. Zo daalt de zuurtegraad van gazon en kan het mos niet meer overleven.
Als je deze tips toepast, gaat je gazon een prachtige lente tegemoet en verkeert het al in erg goede staat als het tuinierseizoen weer begint.
bemesten, gazon, gras, grasveld, herfst, mos Percelen met veldbloemen zijn erg populair de laatste tijd. Veel mensen vinden het mooi om een stukje ‘wilde natuur’ te hebben in hun eigen tuin. Veldbloemen roepen een landelijk, pittoresk gevoel op. Daarbij komt nog dat het helemaal niet veel tijd kost om te onderhouden.
Er bestaan veel soorten veldbloemen: margrietjes, paardenbloemen, boterbloempjes, valeriaan, vingerhoedskruid, speenkruid,… Keuze te over. Je kan er ook voor kiezen om een compleet zaaipakket te kopen, met een mengeling van veldbloemzaden erin.
Veldbloemen stellen absoluut geen hoge eisen aan de grond, daarom komen ze zo frequent voor in de wilde natuur. Veldbloemen groeien zelfs beter op een bodem die maar weinig voedingsstoffen bevat, je hoeft ze dus helemaal niet te bemesten.
Een veldbloemenperk is ook nog eens erg nuttig voor de natuur: insecten zijn er dol op en vinden zo beschutting. Het zorgt voor een echt stukje natuur in je tuin.
Geen nood, als je geen tuin tot je beschikking hebt, kan je ook veldbloemen zaaien in een pot met potgrond. Zet de pot op een leuke plaats, en je hele woning fleurt meteen op. Het is ook altijd erg mooi om de kleur van (een van de) bloemen terug te laten komen in de pot. Je kunt ze ook in een hangmand planten.
Het is erg leuk als je ervoor zorgt dat je zaden zaait die een verschillende bloeitijd hebben, zo heb je ieder seizoen een ander kleurentapijt.
Een paar leuke combinaties om je op weg te helpen:
• Teunisbloem, viooltjes, siererwt, goudsbloem, lavendel en tijm (erg kleurrijk)
• Madelief, vergeet-me-niet, zonneroosje, klaproos, gevlekt bosliefje
• Bosaardbei, vingerhoedskruid, jacobsladder, viooltjes en paardenbloemen
Het beste kan je de veldbloemzaden zaaien in het voorjaar (maart, april of mei), later kan desnoods ook nog (augustus). Bewerk de grond altijd voor je aan het zaaien begint: er is amper werk aan een veldbloemenperk maar je moet er dan wel voor zorgen dat er geen onkruid tussendoor begint te groeien. Graaf daarom eerst de grond uit, en haal alle wortelstokken van het onkruid eruit.
bloemen, veldbloemen, zaaien Veel mensen beschouwen rozen snoeien als een heel moeilijke en complexe opdracht. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er veel verschillende rozenvariëteiten zijn, waarvan sommige reeds in de lente gesnoeid moeten worden en andere pas later in het jaar. Nochtans is rozen snoeien helemaal niet zo moeilijk. Met behulp van volgende tips kan je alvast prachtige rozen verkrijgen.
Gebruik bij voorkeur een kleine, scherpe snoeischaar en snijd takken schuin af, net boven uitstekende knoppen. Het snijvlak moet van de knop weg hellen, zodat regenwater niet in de knop loopt en hem doet rotten.
Rozenstruiken moet je in het midden van de lente snoeien. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende takken, en dun de struik uit indien nodig. Verwijder kruisende takken en snijd de oudste takken af tot de basis. Van gezonde hoofdtakken snijd je een vierde af. Verwijder in de zomer alle verwelkte bloemen, tenzij je de rozenbottels wilt houden.
Deze snoei je eveneens in het midden van de lente. Ook hier moet je eerst alle dode, zieke en stervende takken verwijderen. Halveer de plant en snoei tot op 8 centimeter van wat er in een jaar aangegroeid is. Miniatuurrozen moet je enkel snoeien als je ze een aantrekkelijke vorm wilt geven. Indien je een grote floribunda wilt, moet je minder snoeien.
Snoei stamrozen in de herfst, wanneer de bloemen beginnen te verwelken. Verwijder eerst alle dode, zieke en stervende ranken. Breng nieuwe uitlopers samen. Als de ranken te veel in elkaar verstrikt raken, verwijder dan de echt oude exemplaren – dit zal de groei van nieuwe ranken stimuleren. Zijranken die weggroeien van de rest moet je snoeien tot op 2 à 3 knoppen.
Klimrozen moet je snoeien aan het einde van de zomer. Snijd alle zijranken weg die gebloeid hebben. Laat daarbij slechts 3 knoppen over aan elke rank. Indien de plant lange tijd niet meer gesnoeid is, snijd dan enkele oude dikke ranken weg tot aan de basis, zodat nieuwe ranken de kans krijgen om daar te groeien.
Snoei in de lente. Verwijder dode, zieke en stervende takken en snoei de vorm van de plant lichtjes bij. Indien de plant te dichtbegroeid wordt, verwijder dan de dikste takken.
Bedek de plant na het snoeien met een dikke laag muls, goed rottend compost of boomschors.
klimrozen, rozen, rozenstruik, snoeien, stamrozen