Een haag heeft verzorging nodig om optimaal te groeien en tot zijn recht te komen. Of je de haag nu als scheiding gebruikt of louter als versierelement, elke haag moet vroeg of laat verzorgd en gesnoeid worden. Hoe vaak je haag een snoeibeurt nodig heeft, is afhankelijk van de soort en de vorm van de haag.
Een vrije haag wordt niet in een specifieke vorm gesnoeid, maar kan vrij groeien. Een vormhaag daarentegen wordt wel in een specifieke vorm gesnoeid, in een soort keurslijf gehouden: bolvormig, rechte vlakken, figuurtjes en meer.
Het is een misvatting dat een vrije haag niet gesnoeid hoeft te worden. Snoei je ze niet, dan ontaardt ze in de kortste keren in een onbedwingbare wildernis. Over het algemeen is het wel zo dat vrije hagen minder snoei- en verzorgingswerk vragen dan vormhagen.
Vrije hagen kan je naar believen laten groeien, afhankelijk van de plaats die je ze wil laten innemen. Dode, zieke en te ver uitstekende takken snoei je wel tijdig weg.
Een vormhaag snoei je met een voldoende scherpe en bij voorkeur elektrische heggenschaar, zo bekom je het beste resultaat. Botte heggenscharen maken grotere snoeiwonden, wat maakt dat de haagplant meer tijd en energie nodig heeft om te herstellen.
Belangrijk is om ervoor te zorgen dat de haag zowel onderaan als bovenaan voldoende licht krijgt. Idealiter is de haag daarom bovenaan smaller dan onderaan. Is dit niet het geval, dan wordt de haag onderaan kaal bij gebrek aan licht.
Het beste snoeiresultaat bekom je door van onderen naar boven te snoeien. Je maakt met de heggenschaar opwaartse bewegingen en je pakt eerst de zijkanten aan, daarna de toppen. Om recht te snoeien kan je een touwtje spannen.
Vrije hagen snoei je het beste in het voorjaar of het najaar. Je hoeft niet elk jaar te snoeien, enkel als je vindt dat het nodig is. Als je in het voorjaar twijfelt om te snoeien, hou er dan rekening mee dat de haag tijdens het groeiseizoen nog flink kan groeien.
Regelmatig snoeien is de sleutel voor een mooie en gezonde vormhaag. Snoeien doe je tijdens het groeiseizoen: een eerste keer in het voorjaar, als de haag opnieuw begint te groeien. Daarna nog één à twee keer, afhankelijk van het groeitempo van de haag. De twee tot drie snoeibeurten per jaar moeten ervoor zorgen dat de haag zijn vorm behoudt en niet kaal wordt doordat sommige delen een gebrek aan licht hebben.
Jonge hagen kan je beter meerdere keren een beetje snoeien dan één keer veel te snoeien. Op die manier krijg je de haag mooi dicht.
Een haag bestaat uit heel wat afzonderlijke planten die elk dezelfde voeding nodig hebben, allemaal uit hetzelfde stukje grond. Het is daarom nodig om in het begin van het groeiseizoen extra voedingsstof toe te voegen in de vorm van compost of stalmest. Je kan ook een speciale meststof kopen in de tuinspeciaalzaak.
Een andere techniek is het afsteken van de wortels. Door de wortels kort te houden, groeit de haagplant minder snel en heeft hij minder voedingsstoffen nodig.
haag, snoeien, verzorgingOntelbaar veel soorten sla, maar zeker niet onteelbaar. Sla kweken kan je bijna het hele jaar door, in bijna elke soort grond en zonder enige tuinervaring. Door zelf sla te kweken, bepaal je zelf welke soort sla er dagvers op je bord komt. Gedaan met voorverpakte sla met beperkte houdbaarheid. Kies je favoriete slasoorten, zaai, verzorg en geniet! Kweek zelf sla en sla je slag!
Stap eens binnen in een tuinspeciaalzaak in je buurt. In de afdeling zaden heb je vast heel wat keuze uit verschillende heerlijke slasoorten. De verpakking van het slazaad biedt je al heel wat informatie: de smaak van de sla, hoeveel sla je met een zakje kan kweken, wanneer te zaaien en te oogsten, hoe het beste te zaaien (grondsoort, bevochtiging, afstand tussen rijen en zaadjes). Laat je niet afschrikken door de soms grote hoeveelheid sla die je met één zakje kan kweken: slazaad is net als andere zaadsoorten meer dan een jaar houdbaar.
Afhankelijk van de soortspecifieke aanwijzingen op de verpakking, kan je sla van februari tot augustus zaaien. De ene slasoort kan al wat beter tegen de koude dan de andere en kweken onder glas of in een serre verlengt de mogelijke zaaiperiode aanzienlijk. Zaai je in een koude periode, dan zaai je het beste in een zaaibakje binnenshuis of onder glas. Zaai je tijdens de zomer, dan kan je ook buiten in volle grond zaaien.
Maak zowel voor binnen als buiten een mengeling van aarde en potgrond. Een zaaibedje met fijngemaakte aarde en potgrond is ideaal om de zaadjes de kans te geven te kiemen, wortel te schieten en water en voedingstoffen op te nemen.
Vervolgens strooi je zaadjes uit op het zaaibedje of in ondiepe zaaigrachtjes. Het zaadbedje of de zaaigrachtjes dek je toe met potgrond of turf, zo zorg je voor een goede waterhuishouding.
Zaai je buiten in volle grond of op een plaats waar vogels en katten je zaaisel kunnen bereiken, denk er dan aan om je zaaisel te beschermen: katten krabben graag in potgrond en vogels eten graag zaadjes en jonge slaplantjes. Netten beschermen tegen vogels en katten, plastiek zakken of petflessen waarmee de wind vrij spel heeft, schrikken vogels af.
• Voldoende plaats
Sla heeft voldoende plaats nodig om te groeien. Geef de kleine slaplantjes daarom meer ruimte door ze te verplanten eens ze enkele centimeters groot zijn. Kies de grootste en stevigste plantjes om op voldoende afstand van elkaar te planten. Planten doe je door met een (plant)stok een gaatje in de grond te maken, het slaplantje er in te zetten, voldoende water in het gaatje te gieten en het gaatje met aarde aan te drukken.
• Voldoende water
Sla bestaat voor meer dan 90% uit water. Het is dan ook logisch dat je de slaplantjes af en toe het nodige water moet geven. Vooral als je onder glas of in een serre sla kweekt, moet je voldoende water geven. In de buitenlucht volstaat het om extra water te geven in regenarme periodes. Water geven doe je het beste ’s ochtends of ’s avonds. Dan is het minder warm is en staat de sla niet meer in het felle zonlicht.
• Voldoende licht en warmte
Sla heeft om te groeien veel licht en warmte nodig. Vermijd daarom een al te schaduwrijke plaats.
Telkens je zin hebt in sla, kan je sla uit je tuin oogsten. Dat doe je door de slaplant zo dicht mogelijk tegen de grond af te snijden met een keukenmesje. In warme periodes doe je dat het beste ’s ochtends, zo oogst je een mooie gezonde sla met krachtige bladeren die nog geen strijd hebben geleverd tegen warme temperaturen. Tot slot: als je ongeveer iedere drie weken sla zaait, kan je voortdurend sla uit eigen tuin oogsten.
groenten, kweken, moestuin, sla, zaaienNa een warm interieur voor je winters huis, is het tijd om de lente binnen te laten. Breng licht en leven binnen met behulp van slechts enkele tips. Maak van de grote schoonmaak eens een grote verandering en ga verder dan gewoon stof afvegen. Er is een waaier aan mogelijkheden, hieronder staan enkele voorbeelden beschreven.
Het is maar even werk om je zware winterse gordijnen te vervangen door een aantal die je huis een ware lente boost zullen geven. Hang lichte gordijnen op, zowel van kleur als van textuur. Als je je ramen open zet, zullen ze wapperen met de frisse lentelucht. Verschillende patronen zijn in: bolletjes, bloemetjes, of decoratieve krullen.
Je kan ook de roedes van je gordijnen vervangen. Een ander ophangsysteem kan namelijk bijdragen tot frisheid. Met de hand gemaakte ijzeren roedes zijn tegenwoordig in de mode.
Maak je kamers ook frisser met allerlei natuurlijke elementen. Daarbij kan je denken aan fruit, kiezelsteentjes en grotere stenen om je huis op te fleuren. De lente binnenhalen doe je pas als je deze natuurlijke voorwerpen kan samenbrengen in een mooi geheel.
Een leuk idee is om een glazen urne te kopen, waarin je leuk gekleurde kiezelsteentjes doet. Je kan ze ook opvullen met fruit, zoals citroenen of limoenen. Maak een fijn contrast door bijvoorbeeld de bodem te vullen met fruit zoals de citroenen, en daarna een paar bloemen uit de urne te laten komen.
Het klinkt misschien een beetje gek, maar toch is het niet zo. Was je ramen! Zowel aan de binnenkant als de buitenkant. De lentezon zal zo veel makkelijker in je huis komen, en je hebt ook een beter zicht op de buitenwereld wanneer je door je ramen kijkt.
Je kan zelf je ramen wassen, of een professionele ramenwasser laten komen. Als je beslist om dit zelf te doen, investeer je best in goed materiaal.
Een kleine tip: droog je ramen af met krantenpapier. Het is nog beter als je onbedrukt krantenpapier in een verpakkingsfirma kan vinden. Deze speciale textuur van papier geeft afgewassen ramen zonder strepen.
Wat zou de lente zijn zonder bloemen? Plaats verschillende kleurvolle bloemen in je huis, en het geheel zal er al veel beter uitzien.
Probeer ook eens iets anders dan de typische bloemenpotten. Experimenteer met verschillende materialen, zoals bijvoorbeeld retro theepotten die niemand meer gebruikt.
Een andere modetrend is versieren met bamboe. Plaats enkele bamboetakken in een grote pot, en bind ze samen. Dit zal een zeer stijlvolle look geven.
bloemen, gordijnen, lente, ramenAls je je woning te donker vindt, kan je hem proberen op te fleuren door meer licht te gebruiken. Hierbij gelden twee belangrijke regels:
• donkere en matte oppervlakten absorberen licht
• lichte en glanzende oppervlakten reflecteren licht
Je woning lichter maken doe je dus door alle donkere onderdelen die nu aanwezig zijn, te vervangen door lichtere of glanzende stukken. Je donkere meubelen, tapijt of behangpapier absorberen het natuurlijke licht, terwijl de lichtere decoratiestukken dit natuurlijke licht bevorderen.
Als eerste stap overloop je eens bij jezelf welke decoratie in je huis donker en welke licht is. Neem als basis natuurlijk grijs, en vraag je af of bijvoorbeeld je vloer eerder naar de donkergrijze kant, of naar de lichtgrijze kant opweegt. Denk aan de volgende elementen waarbij je deze test kunt uitvoeren:
• de muren: behangpapier, steen of hout
• de vloer: tapijt, stenen of hout
• je meubels
• je gordijnen
Dan is het tijd om aan de slag te gaan. Hier volgen enkele tips:
Spiegels reflecteren uiteraard veel licht. Je kan er eentje ophangen aan de muur, op een plek waar er veel licht binnenvalt. Als je tapijt te donker is, kan je overwegen om dit te laten vervangen door een lichter, of anders lichte tegels. Een licht tapijt of lichte tegels laten wel snel het vuil zien, maar ze verbergen het stof wel. Patronen met vlokken of grijze vlekken laten het vuil ook minder opvallen.
Wanneer je vindt dat je zetels te donker zijn, zou niets je moeten tegenhouden om ze te voorzien van een nieuwe overtrek. Dit kan je ook doen met stoelen en tafels.
Ook gordijnen laten minder licht binnen, dit kan reeds opgelost worden als je ze vervangt door lichtere. Ben je toch gehecht aan je eigen gordijnen, zorg dan dat ze goed zijn vastgebonden naast het raam. Op deze manier komt er toch nog zo veel mogelijk daglicht binnen.
Je woning lichter maken kan natuurlijk ook door lampen te plaatsen. Kleine spots geven veel meer licht, en ook meer gespreid licht, dan één grote lamp. Plaats bijvoorbeeld ook kleine lichtjes achter de planten of andere decoratiestukken, en laat ze naar boven schijnen. Op deze manier krijg je mooi en subtiel licht.
donker, lampen, licht, natuurlijk licht, verlichtingJe eigen tomaten kweken is heel makkelijk. Het enige wat je ervoor nodig hebt is een stukje grond, eventueel een kleine serre en wat zaadjes. Tomaten zijn er in allerlei heerlijke soorten en maten.
Als je over een serre beschikt, kan je de tomaten best hierin planten, maar dat is helemaal geen noodzaak. Tomatenplanten kunnen bij warme temperaturen even goed groeien tegen een zonnige gevel of zelfs in een pot. Je kunt zaad kopen, maar het is ook heel makkelijk om bij tomaten zelf zaad te winnen. Gewoonweg een tomaat opensnijden, de zaden eruithalen en drogen op een stuk keuken- of krantenpapier.
Vul een pot van min of meer 7,5 centimeter diepte met potgrond en wat water. Strooi de zaden vervolgens dun hierover. Zorg voor een label en zet het geheel op een plaats in de zon, best op een vensterbank. Dit is nodig zodat de zaden kunnen ontkiemen, wat normaal gezien na een tweetal weken zal gebeuren. Na een achttal weken is het tijd om de plantjes te verspenen. Neem het plantje stevig vast, verwijder het uit het eerste potje en plant het vervolgens in een tweede – grotere – pot van zo’n 15 centimeter diepte. Selecteer hierbij enkel de sterkste plantjes. De anderen mag je weggooien.
Wanneer de eerste takjes met bloemen verschijnen is het tijd om de planten over te planten in de tuin tegen stokken of koorden. Vanaf nu, en zeker vanaf wanneer de planten in bloei staan, komt er wat meer werk aan te pas. Je kan de planten nu ook regelmatig begieten met een gieter. Let er wel op dat je niet te veel water ineens geeft.
Tril de planten eens per dag. Hiermee wordt bedoeld dat je – liefst in de namiddag – een paar keer tegen de stengel van de plant tikt. Dit om het stuifmeel van de meeldraden in de bloem tegen de stamper te laten komen. Dit is normaal het werk van insecten, maar wanneer je dit dagelijks doet ben je zeker dat alle bloemen worden bestoven.
Verwijder de okselscheuten die beginnen te verschijnen. Deze doen de plant namelijk aan kracht verliezen, waardoor de oogst minder wordt. Wanneer de tomaten rood kleuren mogen ze geoogst worden. Wanneer het kouder is kan dit in principe ook als ze nog wat groen zijn.
groenten, kweken, moestuin, serre, telen, tomatenAls je organisch tuiniert, werk je op een manier waarbij je de natuur zoveel mogelijk zelf zijn gang laat gaan. Je gaat in plaats van chemische mest- of sproeistoffen, natuurlijke producten gebruiken om onkruid te verdelgen. Dit heeft als resultaat dat de groenten en het fruit uit je eigen tuin 100% natuurlijk zijn. Je moet dus niet langer in de winkel naar bioproducten zoeken want je hebt ze zelf in je tuin staan.
Om je tuin onkruidvrij te houden, zijn er verschillende mogelijkheden. De gemakkelijkste manier is natuurlijk chemische gifstoffen op de grond strooien zodat hier niets meer kan groeien. Het nadeel is dat als je een jaar later dezelfde grond gebruikt om groenten te kweken, de gifstoffen uit de grond in je planten zullen trekken. Om dit te vermijden, kan je de grond bestrooien met houtschilfers. Door deze laag kan onkruid niet groeien en een jaar later kan je het hout als meststof gebruiken voor je planten.
Voor dat gedeelte van je tuin waar je wel groenten en fruit wil planten, heb je meststoffen nodig. Koop geen meststoffen, want ze zijn gemakkelijk zelf te maken. Een combinatie van zand, mest, compost en houtschilfers creëert een erg vruchtbare bodem. Hierin zitten alle voedingsstoffen die je bomen en planten nodig hebben.
Als je begint te planten, zijn er enkele dingen waar je rekening mee moet houden. Zo plant je de gewassen best niet te ver uit elkaar. Door dit te doen, kan er wegens een gebrek aan plaats geen onkruid groeien tussen de planten. Verschillende planten hebben aangepaste grondstoffen nodig. Mix daarom de plantensoorten door elkaar zodat één bepaalde grondstof niet volledig verdwijnt uit de grond.
Indien er toch onkruid tussen je planten groeit, kan je dit best wegwerken met een schoffel. Hiermee maak je de grond los waardoor het water beter doordringt en je plant meer water krijgt.
Wil je op een makkelijke manier van ongewenste insecten in je tuin af geraken, spuit dan een bus insectenverdelger in je tuin leeg. Het nadeel is dan wel dat je zelf deze spray uiteindelijk zelf zult opeten.
Er zijn nog enkele makkelijke milieuvriendelijke manieren om van de ongewenste bezoekers af te geraken. Plant tussen je groenten en fruit gewone bloemen. Deze bloemen zullen wespen aantrekken. Aangezien wespen van nature insecten eten, moet je je geen zorgen meer maken over de insecten in je tuin.
Een laatste belangrijke tip: geef je tuin voldoende water. Probeer je gewassen continu zo vochtig mogelijk te houden. Dit versnelt de groei, waardoor je mooie en grote planten kweekt.
compost, milieuvriendelijk, onkruid, organisch tuinierenDe geranium of ooievaarsbek is de favoriete bloem van veel mensen. De bloemen zijn klein, mooi en relatief makkelijk te onderhouden. Het grote nadeel is dat ze maar één jaar bloeien. Maar is er dan geen manier om deze prachtige bloemen te laten overwinteren? Toch wel! Lees verder om te achterhalen hoe je ze precies de winter laat doorkomen.
De makkelijkste manier om je geranium de winter te laten doorkomen, is om een nieuw takje van de plant af te knippen. Het beste moment om dit te doen, is eind augustus of begin september. Het afgesneden stukje zal volgend seizoen beter groeien in vergelijking met de overgebleven houterige takjes van de plant. Let wel op dat je bij het snijden van de plant een zuiver mes gebruikt. Indien je mes nog vuil is, kan je bacteriën of schimmels van de ene plant naar de andere overbrengen.
Vooraleer je het stukje geranium gaat planten, ontdoe je het eerst van blaadjes en bloemen. Daarna plant je het stukje in potgrond. Natuurlijk kan je ook perliet of humus gebruiken. Geef het plantje voldoende water en zet het op een plek waar het onrechtstreeks licht krijgt. Zodra de plant begint te bloeien, geef je het volledig zonlicht. Na ongeveer 2 weken begint je nieuwe plantje wortels te krijgen.
Beginnen de afgesneden takjes maar niet te groeien en komt de vrieskou er al aan? Dan kan je altijd nog heel de plant laten overwinteren. Snoei de plant zo fel mogelijk en plaats het in nieuwe potgrond. Kies een zonnige plek uit en zet daar je geranium neer. Het is belangrijk dat je de meest zonnige plek uitkiest. Geef je plant niet te veel water of voedsel tijdens de winter. Eenmaal per week water geven is meestal al ruim voldoende voor de wintermaanden.
Je mag de plant pas beginnen voeden van zodra deze begint te bloeien. Vanaf mei kan je de geranium gemakkelijk terug buiten zetten. Vrieskou is natuurlijk nefast voor de plant, dus zorg ervoor dat je geranium in alle omstandigheden uit de kou blijft.
bloemen, geraniums, overwinteren, winterOm de planten in onze tuin water te geven, maken we veel te veel gebruik van het dure kraantjeswater. Dit water bevat bovendien chemische stoffen die de planten niet nodig hebben. Nochtans bestaat er een oplossing : een regenton. Dit is een regenwaterreservoir dat men aan elk gebouw met een goot kan plaatsen. Zo kan je een regenton aan de garage of het tuinhuisje vastmaken. Hierdoor is het zelfs mogelijk tot 24.000 liter water te besparen op jaarlijkse basis.
Regentonnen komen in verschillende formaten. Sommige kunnen tot 700 liter water bewaren. Er bestaan ook verschillende vormen. Als je de regenton discreet in een hoekje wil plaatsen, hoef je dus geen kanjer van een ton aan te kopen. Er bestaan immers gestroomlijnde versies. Het is ook handig als je een model neemt met een kraantje onderaan, zo kan je gemakkelijk de gieter eronder steken en met water vullen.
Het is erg gemakkelijk om een regenton te plaatsen. De beste locatie is net onder de afvoerpijp. Hiervoor dien je enkel een stuk van de afvoerpijp door te zagen en de opening in het deksel van de regenton vast te maken aan de afvoerpijp. Zo loopt het water rechtstreeks in de regenton.
Een extra aankoop, die zeker functioneel is bij een regenton, is een dunnere waterbuis. Deze zal bij een te veel aan water in de regenton het overmatige water naar de ondergrond vervoeren. Hierdoor verlies je geen water als de regenton te vol geraakt en zal de grond je ook dankbaar zijn.
Vergeet nooit de regenton te bedekken. Zo voorkom je dat er zich ongedierte of slijm zou ontwikkelen. Als dit toch het geval zou zijn, voeg dan enkele druppels zuiveringsproduct voor regenwater toe. Dit kan je in elke tuinzaak vinden.
Let ook op voor muggen. Deze voelen zich vaak aangetrokken tot openstaande regentonnen.
Bovendien moeten de afvoerpijpen die naar de regenton leiden regelmatig gecheckt worden. Daarom verwijder je best twee keer per jaar al het mos en ongedierte. Zo zal het water in de regenton gezond blijven.
begieten, regen, regenton, water, water gevenTijdens de zomer kunnen de temperaturen erg hoog oplopen. Soms gebeurt het zelfs dat het in geen weken regent. Dan zal de overheid een beslissing nemen om een verbod om auto’s te wassen en tuinen te besproeien uit te spreken. Een
tijdje rondrijden met een vuile auto kan geen kwaad, maar hoe zit het met de bloeiende rozenstruik of het pas aangelegde gazon? Voor tuinmannen en -vrouwen kan dit wel erg ongelegen komen. Daarom vind je hier enkele knepen
om je tuin voor te bereiden op een watertekort.
Eerst nemen we een kijkje naar het gazon, vervolgens de bedden met hunborders en ten slotte ook hoe je efficiënt kan omspringen met het waterverbruik.
Langer gras kan beter tegen een stootje. Het zal minder snel uitdrogen of verkleuren tijdens een tekort aan water. Toch is een pas geknipt gazon altijd netter. Een goed idee is dus om de messen van de grasmaaier iets te verhogen. Zo krijg je nog steeds het mooie uitzicht en blijft het gras ook langer gezond.
Hou de messen van de grasmaaier ook steeds scherp. Als ze te bot worden, kan het gras soms scheuren. Daardoor zal een grotere oppervlakte aan de zon worden blootgesteld en dus sneller uitdrogen.
Verspreid een laagje muls over de oppervlakte. Muls is een bodembedekking die als bescherming dient. Er zijn verpakte mulsbedekkingen in de winkel te vinden, maar rotte bladeren en compost voldoen aan dezelfde kwaliteiten. Leg deze laag best aan tijdens de herfst. Hij zal de bodem vochtig houden.
Om ervoor te zorgen dat het water meteen bij de wortels terecht komt, kan men een omgekeerde bloempot naast de plant in de bodem aanbrengen.Het water zal dan schuin naar beneden de grond insijpelen, dichterbij de wortels.
Geef de planten minder frequent, maar in grote hoeveelheden, water. Zo zullen de planten diepere wortels ontwikkelen. Deze kunnen ook beter het water uit de dieper gelegen bodemlagen halen.
Bovendien hebben planten ook niet te veel water nodig. Als er een overgebleven randje water te zien is, ben je fout bezig. Dit is verspilling,want het water zal gewoon verdampen door de hitte.
begieten, tuin, water, water gevenMen denkt wel eens dat rozen tijdens de winter niet leven. Maar het tegendeel is waar. Er zijn misschien geen bloemen aanwezig, maar toch heeft de plant een verzorging nodig om de minimumtemperaturen te overleven. Je zou het kunnen bekijken als een winterslaap.
Tijdens een koude winter kan de grond bevriezen, waardoor de rozen zelfs kunnen sterven. Nochtans kan je door enkele trucjes toe te passen je rozen goed beschermen en ze met mooie geuren en kleuren in de lente zien bloeien.
Er zijn drie basisregels voor een gezonde winterslaap van de roos : veel water, een regelmatige snoeibeurt en een flinke laag compost.
Je moet je rozen veel water geven opdat ze de winter zullen overleven. Maar het tijdstip van deze waterbeurt is nogal ingewikkeld. De rozen hebben dit water nodig na de eerste minimumtemperaturen maar vóór de eigenlijke grond bevriest. Dus wanneer je de eerste keer opstaat en er ligt een laagje dauw in de tuin, dan moet je je rozen verzorgen. Geef ze dan een eenmalige waterbeurt.
Tijdens de herfst en de winter is het best om zo snel mogelijke dode takken en bladeren weg te snijden. In deze bladeren kunnen vaak verschillende ziektes schuilen. Door ze zo snel mogelijk te snoeien, voorkom je dus dat de gezonde bladeren ook afsterven.
Zelfs tijdens de winter hebben rozen erg veel voedsel nodig. Daarom is het een goed idee om naar het einde van de herfst toe een flinke laag compost aan te brengen aan de voet van de rozenplant. Een laag van circa 10 cm. brengt de nodige voedingsstoffen aan en zorgt bovendien ook voor een vochtige bodem.
Rozen zijn erg kwetsbaar voor luizen. Er bestaan verschillende chemische producten om deze insecten te doden. Nochtans kan je op een gemakkelijke en ecologische manier je rozen beschermen. Want vogels en oorwormen eten deze kleine beestjes. Door nestkastjes en voedertafels in de tuin te plaatsen, zullen er meer vogels aanwezig zijn om deze luizen te eten. Daarbij kan je platte stenen aan de voet van de plant leggen, zodat oorwormen er overdag onder kunnen schuilen en ’s nachts de insecten opeten.
bloemen, rozen, snoeien, vriezen, winter