Kies een orchidee die geschikt is voor het licht, de temperatuur en de vochtigheidsgraad waarin je hem wilt bewaren. Na een jaar of twee zal de plant te groot geworden zijn voor de kwekerspot en zul je hem moeten verpotten. Volg deze stappen om de orchidee op de juiste manier te verpotten.
1. Kies een pot die groot genoeg is om de wortelmassa van de plant te bevatten en nog wat extra ruimte overlaat. Geef de orchidee voordat je hem verpot voldoende water, zodat zijn wortels flexibeler worden. verwijder het oude orchideeënmengsel van de wortels en knip de slappe, dode wortels af.
2. Plaats de plant op ongeveer dezelfde hoogte als in de vorige pot. Voeg nieuw orchideeënmengsel toe aan de pot, tot aan de onderkant van de wortelmassa. Breng dan orchideeën mengsel aan rond de wortels en stamp het voorzichtig aan. Stamp alles nog eens aan wanneer de pot helemaal vol is. Eventueel kun je veenmos of puimsteen rond de wortels leggen. Zet de plant vast met een staak, zodat hij niet gaat wiebelen.
3. Zet de orchidee in een gootsteen en overgiet hem met koud water. Vermijd de bloesems. Goet tot het water uit de bodem van de pot loopt en laat het afwateren.
4. Orchideeën geven de voorkeur aan vochtige omgevingen. Plaats ze dus niet vlakbij radiatoren of airconditionings. Plaats de plant in een omgeving met een vochtigheidsgraad van minstens 50%. Het is een goed idee de bloempot in een schaaltje van kiezels en water te zetten. Verzeker je er wel van dat de pot op de kiezels staat en niet in de kiezels.
kamerplanten, orchideeën, verpottenJapanse esdoorns zijn sierlijke meerstammige bomen die verbazingwekkend makkelijk te planten en verzorgen zijn. Bovendien kunnen ze op veel verschillende bodems bloeien. De kleurrijke bladeren van de esdoorn vallen het meest op.
Europese of Amerikaanse esdoorns worden erg groot, maar Japanse esdoorns blijven vrij klein. Daardoor kunnen ze ook goed aarden in stadstuintjes.
Om de beste kleur te krijgen, kun je de Japanse esdoorn best in volle zon met een lichte namiddagschaduw planten. Bomen met rode bladeren kunnen er niet tegen voortdurend in volle zon te staan, terwijl bomen met gele bladeren groen blijven in de schaduw.
Kies een plekje dat de grootte van de boom aankan. Voor een boom in je voortuin kies je best een dwergvariëteit, omdat daar meestal minder plaats is.
Geef de boom tijdens de bloeiperiode minstens een keer per week veel water. Zorg ervoor dat de bodem niet te drassig is. Bedek de grond rond de esdoorn met een beschermende laag houtsnippers. Verzeker je ervan dat de bodem vochtig is voor het voor de eerste keer vriest.
Als de boom in matig vruchtbare grond geplant wordt, hebben Japanse esdoorns geen kunstmest nodig. Je kunt altijd een beetje kunstmest gebruiken nog voordat de eerste blaadjes erdoor komen in de lente. Let er wel mee op, want te veel kunstmest heeft een nadelige invloed op zowel de kleur als de vorm van de bladeren.
De meeste Japanse esdoorns moeten gesnoeid worden. Begin de boom twee tot drie jaar nadat je hem plantte in vorm te brengen. Snoei de boom lichtjes tijdens het bloeiseizoen, maar bewaar het zware snoeien tot de boom niet meer bloeit. Snoei de uitgroeiende takken onder de entplaats weg van zodra ze verschijnen.
Hoewel diertjes als bladluizen, mijten, tripsen en sprinkhanen een Japanse esdoorn kunnen bevolken, brengen ze meestal geen schade toe aan aan de boom. Japanse esdoorns zijn niet goed bestand tegen schimmelinfecties als verwelkingsziekte, fusarium en andere. Dat resulteert in het verwelken van de bladeren en sterfte.
Het is erg moeilijk om deze infecties te genezen, daarom kun je beter proberen je planten zo gezond mogelijk te houden en een goed geventileerde plek uit te kiezen voor je de boom plant. Om te voorkomen dat ziektes zich verspreiden, kun je de besmette delen snoeien. Maak je snoeimateriaal daarna schoon met alcohol.
bloeien, bomen, Japanse esdoorn, tuinDe nieuwe trend van vandaag is led-verlichting. Led-verlichting kent heel wat voordelen. Led-lampjes zijn zuinig en gaan erg lang mee.
Led staat voor Light Emitting Diode. Dat betekent dat het licht niet gegenereerd wordt door een gloeidraad. Leds zijn elektronische componenten (diodes) die elektrische energie rechtstreeks kunnen omzetten in licht met een bepaalde kleur. De elektronen veranderen van energieniveau wanneer ze door de diode gaan, waardoor er fotonen vrijkomen.
Led-lampen zetten meer energie om in licht dan gewone gloeilampen, die meer dan 90% omzetten in warmte.
Vroeger zagen we led-lampjes vooral in elektronische apparatuur (stereoketens, computers, enz.), maar tegenwoordig duiken ze steeds vaker op in binnen- of buitenverlichting.
Led-lampjes werken alleen bij lage spanning. Er is dus een driver nodig die de wisselspanning van 230 volt omzet in een lage gelijkspanning. Led’s kun je sturen met een afstandbediening.
Led-verlichting bestaat in alle vormen en soorten. Afhankelijk van de fabrikant zijn er grote verschillen op gebied van rendement, hoeveelheid licht, vermogen en levensduur.
Een van de vele voordelen aan leds is de lange levensduur. Die kan variëren van 50.000 tot 100.000 branduren. 100.000 branduren komt overeen met 35 jaar lang acht uur per dag verlichten. Led-lampen zijn ook erg sterk.
Een led-lamp verbruikt veel minder elektriciteit dan een gewone gloeilamp. Elektrische energie wordt rechtstreeks omgezet in licht. Om even te vergelijken: een led verbruikt 0,2 tot 5 watt, een gloeilamp 40 tot 100 watt, een spaarlamp 15 tot 20 watt en tl-lampen 8 tot 58 watt.
Led-lampen zijn erg interessant voor wie graag verlichting met gekleurd licht of speciale effecten heeft. Bij leds is er geen kleurenfilter nodig die het licht tegenhoudt. Led-verlichting is dus uitermate geschikt om sfeer te brengen in woningen, horecazaken en winkels.
De mogelijkheden zijn eindeloos. Zo kun je in veel gevallen de kleur van de verlichting veranderen met een afstandsbediening, kleurpatronen voorprogrammeren, enz.
Led-lampen zijn erg geschikt als wand- en vloerverlichting. Ze zijn erg compact en daardoor gemakkelijk in te bouwen. Ze worden ook vaak gebruikt als buitenverlichting, bijvoorbeeld om bedrijven te verlichten of paden duidelijk aan te geven.
Led-verlichting is duurder dan andere verlichting, maar de aanschafkosten zijn wel snel terugverdiend. Verwacht wordt dat de prijs de komende jaren nog sterk zal dalen.
lampen, LED verlichting, verlichtingVanaf 26 maart 2007 kan elke Vlaming die zijn woning renoveert een renovatiepremie aanvragen bij de Vlaamse regering. Die premie kan oplopen tot 10.000 euro. Wie komt er in aanmerking voor de premie en aan welke voorwaarde moet hij voldoen?
Elke Vlaming die zijn woning renoveert komt in aanmerking voor de renovatiepremie, op voorwaarde dat hij geen tweede woning bezit of bezat tot drie jaar voor de aanvraagdatum en voldoet aan de inkomensvoorwaarden.
Er geldt een inkomensgrens van 35.000 euro voor alleenstaanden, 50.000 euro voor alleenstaanden met een persoon ten laste (te verhogen met 2800 euro voor iedere extra persoon ten laste), 50.000 euro voor samenwonenden (ook te verhogen met 2800 euro voor iedere persoon ten laste)
De woning die je wil renoveren moet minstens 25 jaar oud zijn op de aanvraagdatum en gelegen zijn in Vlaanderen. Niet alleen huizen, maar ook appartementen komen in aanmerking.
De aanvrager van de premie moet voor minstens 10.000 euro (exclusief BTW) aan geldige facturen kunnen voorleggen bij de aanvraag.
De renovatiewerken moeten uitgevoerd worden door geregistreerde aannemers of (voor de doe-het-zelvers) met bouwmaterialen waarvoor een factuur kan voorgelegd worden. De woning moet na de werken structureel gezond en tochtvrij zijn.
Tot de werken die op de lijst staan, behoren: ondergrondse werkzaamheden, vervanging of verbetering van binnen- en buitenmuren, vernieuwen van draagvloeren en dekvloeren, vernieuwen van dak, vernieuwen buitenschrijnwerk, vervanging of plaatsing van binnendeuren, elektriciteitswerken, vervangen of plaatsen van sanitair, aanbrengen, vervangen of verbeteren van centrale verwarming, herindelings- of uitbreidingswerken.
De aanvrager mag slechts een renovatiepremie aanvragen voor dezelfde woning. Je kunt de aanvraag pas na de werken indienen. De aanvraag moet alle facturen bevatten. De facturen mogen bij de aanvraag maximum 3 jaar oud zijn.
De premie bedraagt maximaal 30% van de aanvaarde kostprijs (exclusief BTW), met een plafond van 10.000 euro. De aanvrager mag voor dezelfde woning in een tijdsbestek van 10 jaar slechts één premie aanvragen.
Een tuin bestaat gemiddeld voor de helft uit gras. Een gazon is bijgevolg bepalend voor het uitzicht van je tuin. Hier vind je alvast hoe de aanleg van een gazon in zijn werk gaat.
Bepaal voor je begint te zaaien de vorm, de grootte en de plaats van het grasperk. Best kies je voor een plaats met een goede drainage, niet te veel in de schaduw. Houd ook rekening met de aanleg van terras, bloembedden, enz. en zorg ervoor dat je gemakkelijk kunt maaien.
Een gazon kun je aanleggen in de periode van maart tot en met juni en van augustus tot oktober.
Lente: lange, zonnige dagen, maar onkruid is wel aan het groeien
Herfst: geen onkruid, maar wel risico op vroege nachtvorst
Verwijder het onkruid. Spit de grond ongeveer 25 centimeter om. Eventueel kun je de grond bewerken met compost of draineren. Haal zoveel mogelijk stenen en andere oneffenheden uit de grond. Egaliseer de grond, trap hem goed aan en maak met een hark een vlak zaaibed.
Laat de grond ongeveer twee weken rusten voor je begint te zaaien. De onkruiden die dan reeds kiemen, kun je nog gemakkelijk uittrekken.
Kies het juiste type graszaad voor jouw gazon (type grond, ligging, functie, enz.). Bereken hoeveel je ongeveer nodig hebt, maar neem iets meer, zodat je kale plekken later opnieuw kan inzaaien. Voor een oppervlakte van 100 m² heb je ongeveer 3 kilogram zaad nodig.
De grond waarop je zaait, mag een beetje vochtig zijn. Als het te veel waait, kun je het zaaien beter uitstellen tot een dag met minder wind. Je kunt manueel zaaien of met behulp van een strooiapparaat.
Hark de grond na het zaaien lichtjes aan, zodat het zaad bedekt wordt, maar niet dieper dan 1,5 centimeter. De eerste zaadjes zullen na ongeveer twee weken beginnen bloeien.
Zitten er veel vogels in je tuin? Breng dan kippengaas of folie aan om het grasperk te beschermen. Als het enkele dagen niet regent, is het aan te raden te sproeien. Sproei niet in de hevige zon, maar ’s morgens of in de vooravond.
Maai het gras voor de eerste keer als het ongeveer 8 centimeter hoog is. Stel de grasmaaier in op ongeveer 5 centimeter. Breng dat bij de volgende maaibeurten terug tot 3 centimeter
gazon, gras, tuinDroom je al langer van een tuinvijver, maar kom je er maar niet aan toe? Misschien is de aanleg van een tuinvijver wel minder moeilijk dan je denkt!
De dieren en planten in je vijver kunnen niet zonder zonlicht. Het zonlicht is dus rechtstreeks verantwoordelijk voor de groei van je vijverplanten. Maar het is ook niet goed als de vijver de hele dag wordt blootgesteld aan zonlicht.
Als je vijver op een erg winderig plekje ligt, zal er meer tuinafval in terecht komen. te veel wind belemmert ook de groei van de planten.
Voorgevormde vijvers worden gemaakt uit kunststof. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende vormen en groottes. Het grote nadeel is dus dat je niet zelf de vorm van je vijver kunt bepalen. Maar de aanleg zal je wel veel minder tijd en moeite kosten. Een voorgevormde vijver heeft vaak verschillende beplantingniveaus.
Nadat je de locatie gekozen hebt, graaf je een gat uit dat ongeveer 10 centimeter groter is dan de rest van de vijver. Zorg ervoor dat de bodem waterpas is. Graaf de extra beplantingsniveaus zo goed mogelijk uit. Plaats de vijver in het gat, vul de uitsparingen rond de vijver op en druk lichtjes aan. Vul de vijver daarna met water.
Bij een vijver met folie ben je volledig vrij om het formaat zelf te bepalen. De plaatsing vereist wel iets meer werk dan die van een voorgevormde vijver.
Vijverfolie is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten. Sommige folies kunnen wel tot tien jaar meegaan. Graaf een kuil met een diepte van ongeveer 80 centimeter. Verwijder stenen en andere harde, scherpe voorwerpen van de bodem. Nadat je een beschermdoek geplaatst hebt over de bodem kun je de vijverfolie plaatsen.
Vul de tuinvijver met water, tot ongeveer 2 centimeter van de rand. Breng op de bodem een laag vijveraarde aan van ongeveer 10 centimeter dik. Laat dit naar de bodem zakken. Beplant je vijver met zuurstofplanten, die houden je vijver proper en gezond. Drijvende planten zorgen voor schaduw.
Je kunt je vijver verder vullen met accessoires als een fontein, zuurstofpompje, enz. Vissen plaats je best pas na een maand in de vijver. Zo kunnen de waterplanten en -vlooien zich voldoende ontwikkelen. Plaats niet te veel vissen in de vijver, maximum 5 vissen per 1000 liter.
tuin, tuinvijver, vijverDakpannen blijven na al die decennia nog altijd de meest populaire dakbedekking. Maar waar moet je nu precies op letten bij de keuze van een dakpan?
In de eerste plaats is het belangrijk na te gaan welke stedenbouwkundige voorschriften op jouw woning van toepassing zijn. Deze voorschriften bepalen welke dakvormen, welke hellingsgraad, welke dakbedekking en welke kleuren toegelaten zijn. Deze voorschriften zijn opgesteld om woningen goed in hun omgeving te integreren. Informeer ernaar bij je architect.
Als volgende stap ga je natuurlijk kijken naar welk soort dakpan past bij de stijl van je woning. Is het een modern of een klassiek huis? Dakpannen bestaan in verschillende stijlen en vormen, het is dus een echte uitdaging de dakpan te vinden die het best bij je huis past. Kies je een tegelpan, een platte pan, een pet zachte golving of met sterke golving? Stem de kleur van de dakpannen af op de kleur van de gevelsteen, de ramen en de deuren.
Het dak heeft een grote invloed op de totaalprijs van de woning. Weeg dus zeker de verschillende mogelijkheden goed tegen elkaar af. Zo zijn tegelpannen een stuk duurder dan gewone holle pannen. Tegelpannen zijn kleiner, waardoor je dus meer pannen nodig hebt om het dak te vullen.
Als je de dakpannen kiest, kijk dan ook eens naar de minimale dakhelling die de fabrikant opgeeft. Bepaalde dakpannen zijn zeker niet geschikt voor daken met een kleine helling. Als je een dak hebt met een kleine helling (kleiner dan 35°), kies je beter voor pannen met zijdelingse of kopsluitingen. Zo voorkom je dat regenwater je dak binnendringt.
Dakpannen met grote afmetingen zorgen voor een besparing op het plaatsingsloon en de panlatten. Je kunt ze het best gebruiken op woningen met grote dakvlakken en weinig onderbrekingen (schoorstenen, dakkapellen, torentjes, enz.). Voor daken met kleinere vlakken of meer onderbrekingen kun je best kiezen voor kleinere dakpannen.
Staat je woning in een omgeving met veel bomen, dan kun je best kiezen voor dakpannen die volledig behandeld zijn, zoals geglazuurde pannen. Daardoor kan de dakpan moeilijker aangetast worden door mos en algen.
Een goede dakpan gaat tientallen jaren mee. Maar als dat niet het geval is, zit je natuurlijk wel met een groot probleem opgezadeld. Kijk dus zeker naar de garantie en wat ze precies inhoudt. Ideaal is een garantie waarbij de levering van nieuwe pannen en de plaatsing inbegrepen is.
Controleer of er geen gebroken pannen in de paletten aanwezig zijn, of de pannen volledig geglazuurd zijn of ze vormvast en kleurvast zijn, enz.
dak, dakbedekking, dakpanWie een woning wil bouwen of kopen, moet doorgaans geld lenen. Kredietinstellingen, meestal banken, lenen geld uit. Die lening noemen we een hypothecaire lening. Maar wat betekent dat nu precies, een hypothecaire lening?
Als je een woonlening aangaat met een kredietinstelling, wil deze instelling ook een waarborg dat haar beschermt tegen eventuele wanbetaling. Als je een hypothecaire lening afsluit, zal de bank dus een hypotheek nemen op de aangekochte woning of het onroerend goed (bouwgrond). De financiële instelling heeft dus het recht om de woning of het onroerend goed openbaar te verkopen als de klant zijn lening niet kan of niet wil afbetalen.
Als je een hypothecaire lening neemt, heb je een notariële akte nodig. De hypotheekvestiging moet ingeschreven in de registers van het hypotheekkantoor.
Bij de vestiging van een hypotheek komen nog meer kosten kijken. Zo moeten er registratiekosten betaald worden (ongeveer 1% van het ontleende bedrag en de aanhorigheden), het hypotheekrecht (0,3%), het ereloon van de notaris, de schattingskosten, enz. Reken op een bedrag van ongeveer 2 à 3% van het volledige geleende bedrag.
Als je later nog een lening aanvraagt, bijvoorbeeld om je huis te renoveren, kun je opnieuw een hypotheek laten vestigen op hetzelfde onroerende goed. Voor de financiële instellingen is het risico dan wel groter, waardoor je als klant een hogere rentevoet krijgt.
Een hypotheek blijft dertig jaar lang geldig. Als je de woning verkoopt of als je je lening overplaatst naar een andere bank, wordt de hypotheek geschrapt. Dit is de handlichting van de hypotheek.
hypothecaire lening, hypotheekJe hebt je verf gekozen en bent helemaal klaar voor de klus. Maar waar moet je nu op letten tijdens het verven van een kamer? Hier vind je alvast een handleiding.
Kwasten: kies voor degelijke verfkwasten die hun haar niet verliezen
Rollers
Verfpotten: Gebruik om te verven best plastic verfbakjes. Potten met een schroefdeksel zijn het meest geschikt om de verf in te bewaren.
Sponzen, lappen: om af te werken, schoon te maken, enz.
Plakband: om delen van de muur af te dekken en scheve lijnen te voorkomen
Afdekmateriaal: om je meubels en de rest van het interieur tegen spatten te beschermen kun je plasticfolie of katoenen lakens gebruiken
Voordat je begint met verven, kun je best het etiket aandachtig lezen.
Roer de verf grondig om tot ze een egale kleur vertoont. Sommige bestanddelen uit de verf zijn misschien komen bovendrijven of naar onder gezakt. Zo kan het pigment niet meer gelijkmatig verdeeld zijn over de verf.
Gebruik een plat houten roerstokje en draai van onder naar boven. Het is aan te raden ook tijdens het verven af en toe de verf om te roeren.
Begin met het schilderen van de randen van de kamer (plafond, deurlijsten, plinten, enz). Neem vervolgens de verfrol, doop hem in de verf en rol hem uit over de rooster in de bak. Breng de verf aan in verticale banen en vervolgens in horizontale.
Werk voordat je een pauze neemt eerst een volledig vlak af. Als je het verven langer onderbreekt, moet je de kwasten en rollen goed uitwassen. Een verfkwast kun je schoonmaken in een kwastenreiniger of terpentine, daarna uitspoelen en laten drogen.
Vermijd stof in de kamer tijdens het aanbrengen van de laatste verflaag. Dweil de vloer of houd hem vochtig. Zorg ervoor dat er in andere delen van het huis niet gewerkt wordt.
Verlucht de ruimte na het verven. Als je de verwarming aanzet, kan je het drogen van de verf versnellen. Zorg ervoor dat het binnen niet tocht.
schilderen, vervenVeel mensen die een kachel of open haard hebben, kunnen hem niet meer missen. Kachels of open haarden zorgen niet alleen voor extra warmte in de winter, maar brengen ook meer sfeer en romantiek in de kamer. Hier vind je een overzicht van de verschillende soorten
Een open haar is de oudste haardvorm. Een open haard installeer je onder een schouw, maar laat je verder wel erg vrij qua vormgeving. Het geeft extra gezelligheid aan de kamer, je ziet het vuur en hoort het knetteren. Daartegenover staat dat de open haard een erg hoog verbruik kent en een laag rendement. Van de warmte die je opwekt, ontsnapt 90% via de schoorsteen.
Een open haard zadelt je ook met meer vuil op. Een open haard is er vooral voor de sfeer, als je echt iets wilt dat veelwarmte geeft, kies je beter voor een inbouwcassette of kachel. Een openhaard vervuilt de lucht ook meer.
Omwille van de vele nadelen van een open haard, kiezen meer en meer mensen voor een inbouwcassette of inzethaard. Een inbouwcassette combineert de voordelen van een open haard met de voordelen van een kachel. In principe kun je een inbouwcassette omschrijven als een houtkachel die zo aangepast is dat hij in een open haard past.
De inbouwhaard is voorzien van een dubbele wand, waar de lucht uit de ruimte in terecht komt. Daarna wordt de lucht verwarmd wordt en komt hij opnieuw in de ruimte terecht. De cassettes zijn zo ontworpen dat ze de warmte niet laten ontsnappen door de schoorsteen, maar afgeven aan de ruimte.
Haarden met liftdeuren zijn een combinatie van open haarden en inbouwcassettes. De liftdeur kun je volledig naar boven schuiven, om zo het effect van een open haard te creëren. Als je de liftdeur naar beneden doet, krijg je het effect van een open haard en verhoog je het rendement. Een liftdeurhaard is alleen beschikbaar als hothaard.
Voorzethaarden worden niet in een schouw ingebouwd. Ze zijn uitgerust met een warmteluchtkamer, die het rendement verhoogt en het houtverbruik vermindert.
Kachels staan altijd voor de schoorsteenopeningen en nemen dus meer plaats in dan open haarden. Maar het grote voordeel van een kachel is dat hij meer rendement haalt dan eender welke haard. Hij verwarmt rechtstreeks de ruimte langs alle zijden.
We kunnen een onderscheid maken tussen stralingskachels en convectiekachels. Stralingskachels verspreiden de warmte rechtstreeks in de ruimte. Convectiekachels hebben een dubbele wand, waarin de lucht circuleert. Als die lucht warm wordt, gaat hij stijgen en wordt hij via openingen in de ruimte verspreid.
Kachels kunnen gemaakt zijn van verschillende materialen. Zo zijn er tegelkachels, speksteenkachels, enz.
inbouwcassette, kachel, open haard